CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090611

Schellen

 

Simon Carmiggelt en James Joyce waren brildragend. Lastig voor een beeldhouwer, want  een beeld met een bril op is, welbeschouwd, geen gezicht.

In Amsterdam vind je het borstbeeld van de heer Carmiggelt, voorzien van een fors montuur.

In Zürich, op het Friedhof Fluntern, ligt het graf van Joyce, geaccompagneerd door een beeld van de auteur, van de hand van de beeldhouwer Milton Hebald.

We zien Joyce in een ontspannen pose: zittend, met een opengeslagen boek in de rechter, en een sigaartje in de linker hand. Alsof hij een wandeling gemaakt heeft en aan de kant van het pad wat uitrust, zich verpozend met een rokertje en wat lectuur.

Wat mij frappeerde aan het beeld is de bril. Hier zijn de brillenglazen in brons uitgevoerd, en is van een montuur slechts een lichte aanzet zichtbaar.

Het is een dilemma. Montuur zonder glazen, of glazen zonder montuur. Bijna alle beeldhouwers kiezen voor het eerste, en vervloeken ongetwijfeld de myopie van de beroemdheid. Waarom geen contactlenzen genomen, of een laserbehandeling? Die verschrikkelijk brillen altijd!

De oplossing van Hebald heeft als nadeel, dat je de indruk vestigt van een bril met zwarte/donkere glazen, zoals blinden die veelal dragen. (Joyce had slechte ogen, en ik ken foto’s van hem, waarop te zien is, dat een der glazen inderdaad zwart/ondoorzichtig is)

Ook kan het beeld de gedachte oproepen aan de uitdrukking: de schellen vielen hem van de ogen.

Die schellen vormen het onderwerp van deze week.

 

In Handelingen 9:18 lezen we het verhaal van de bekering van Saulus tot Paulus: “Meteen was het alsof er schellen van Saulus’ ogen vielen; hij kon weer zien, stond op en liet zich dopen.” Het was dus alsof er een vertroebelend vlies van zijn ogen werd weggenomen, en hij zag op slag in alle duidelijkheid wat hij tevoren niet begrepen had.

Dit Bijbelsch woord leidde tot de zegswijze, die al eeuwenoud is: de schellen vielen hem van de ogen.

Schel is schil of vlies. Een vlies op het oog belemmert het zicht. Uit een Distilleerboek uit 1552 kennen we het middel daartegen: een vissengal. “Water vander gallen is seer goet teghen alle gebreken der Oogen gelijck als zijn: schellen, sterren ende dergelijcken die de ooghen verdonckeren.”

Dit herinnert ons aan het verhaal van de oude, blinde Tobit en zijn zoon Tobias. De zoon vangt samen met de engel Rafaël een vis, en de laatste geeft hem het advies: strijk de gal in je vaders ogen, en als het hem bijt, zal hij ze wrijven en de witte schellen uitwerpen, en hij zal u zien. En aldus geschiedde.