CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090702

Zwaan

 

De zwaan is de dichter onder de vogels. Sierlijkheid, rust en gratie. Het is inderdaad een mooi beeld: de witte zwaan op het spiegelend water.

Over de zwaan bestaan ook prachtige verhalen, zoals dat over de zwanenzang. Toegegeven, de zwaan is een geen nachtegaal; het enige geluid dat hij voortbrengt is een dreigend blazen als je zijn nest te dicht nadert. Maar, zo wil de mythe, als het moment van sterven daar is, dan laat de zwaan zijn zang horen, en die is betoverend fraai.

 

Orlando Gibbons (1583-1625) is de componist van een madrigaal met de volgende tekst waarin de zwanenzang centraal staat:

The silver swan, who living had no note,

When death approached unlocked her silent throat;

Leaning her breast against the reedy shore,

Thus sung her first and last, and sung no more:

Farewell all joys, O death come close mine eyes;

More geese than swans now live, more fools than wise.

 

Een aangrijpend tafereel, nietwaar? De zilveren zwaan die stervend  in een rietkraag ligt, en dan twee regels zingt.

Ik las in de memoires van de heer Schnabelewopski (van Heinrich Heine) mooie regels over de zwanen op het water van de stille blauwe Alster. Heine beschrijft hoe genoemde heer de naar de zwanen bekijkt, urenlang, totdat de lucht donker wordt en de gulden sterren tevoorschijn komen, verlangend , belovend, verrukkelijk teder, bovenaards. Ach, de sterren.... zijn het verliefde engelenogen?

Later keert Schnabelewopski terug in Hamburg, en het is dan winter. De zwanen zitten gevangen in een wak, gekortwiekt als ze zijn. Ze brengen ontstellende geluiden voort: ze schreeuwen in doodsangst.

..und als es gar immer dunkler wurde und die Sterne oben hell hervortraten, dieselben Sterne, die einst in schönen Sommernächten so liebeheiss mit den Schwänen gebuhlt, jetzt aber so winterkalt, so frostig und fast verhöhnend auf sie herabblickten – wohl begriff ich jetzt, dass die Sterne keine liebende, mitfühlende Wesen sind, sondern nur glänzende Täuschungen der Nacht, ewige Trugbilder in einem erträumten Himmel, goldne Lügen im dunkelblauen Nichts - -

 

Uit deze woorden proef je het persoonlijke lot van Heine: verlaten en jammerlijk gekortwiekt, in een bijt van de bevroren rivier.

De dichter is een zwaan.