CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20091119

 

Mieters

 

Op pagina 351 houd ik ‘Bij nader inzien’ verder voor gezien. Weer een meesterwerk dat ik niet uitlezen kan. Het zijn voorwaar de geringste niet: De Duivelsverzen, Ulysses, De ontdekking van de hemel, en nu Bij nader inzien dus.

Vreemde auteur trouwens, die Han Voskuil. Zijn ‘Bij nader inzien’ kwam in 1963 uit, en had totaal geen succes. Later, in 1985, werd toch nog een tweede druk opgelegd. En ineens was er het succes: de eersteling werd meegesleurd in de vaart der literatuur.

‘Bij nader inzien’ is een boek over vriendschap. De hoofdpersoon, Maarten Koning, weet al op pagina 250 (van de totale 1207 bladzijden) te melden, dat vriendschap een illusie is, een pakketje schroot met een dun laagje chroom: “Zolang ze bruikbaar zijn, zijn het je vrienden, en zodra je er belang bij hebt, verraad je ze.”

 

Uit de 350 pagina’s die ik gelezen heb, kan ik me maar één sprankelende zin herinneren, en die staat op pagina 22, in de lullige opsomming van een wandeling door Amsterdam: “Op de geelgesausde muur van een hoekhuis stond met grote letters: Tot in de …… gekleed met een Swedajas.”

Kijk, die reclameschrijver uit 1946 wist een pakkende tekst te schrijven!

 

“Met een grote rijkdom aan onvergetelijke details weet J.J. Voskuil de typisch na-oorlogse atmosfeer van het studentenleven uit die tijd op te roepen.” Aldus de krukkige schrijver van de tekst op de achterflap (bijdeweg: een der vrienden in het boek heet Flap, godbeterehet).

Enfin, naar aanleiding van Voskuil vraag ik uw aandacht voor het woordje ‘mieters’. Want als er één ding duidelijk is: de na-oorlogse atmosfeer van het studentenleven uit die tijd kan niet beter worden gekenschetst dan met het woordje ‘mieters’. Van alles kan mieters zijn: de studentenkamer, een kraai, het weer, een bundel van Slauerehoff. ‘Mieters’ in de betekenis van heerlijk, fijn, voortreffelijk.

Maar laat ons niet vergeten, dat ‘mieters’ van Sodom komt. Sodomieter/sodemieter is een inwoner van de Stad der Verdorvenheid. Honderd jaar geleden was dat nog een bijzonder grof woord, en ‘mieters’ (als tussenwerpsel) betekent in de Van Dale van 1924 nog ‘vervloekt’. In de zevende druk (1950, de studententijd van Voskuil dus) is er ineens de positieve betekenis bijgekomen.

Tegenwoordig leidt het woord ‘mieters’ een onopvallend leven. Wie gebruikt het ooit nog? Maar áls je het incidenteel nog eens leest of hoort, dan is het steeds in de positieve zin.