CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100204

 

Chronologisch woordenboek

 

Het is een lekker dik boek waarin je eindeloos kunt blijven bladeren: het chronologisch woordenboek van Nicoline van der Sijs, getiteld: ‘Etymologie in het digitale tijdperk’. Een zoektocht naar de oudste vindplaats van onze woorden. ‘Woord’ bijvoorbeeld is al heel oud; we vinden het in een van de oudste teksten van onze taal, de Utrechtse doopbelofte (776-800).

‘Woordenboek’ komt voor het eerst in 1584 voor. Dateringen zijn, aldus Van der Sijs, ‘werk in uitvoering’, en het is dus heel wel denkbaar dat er in de toekomst nog een eerder jaartal gevonden wordt voor de eerste geschreven of gedrukte vermelding van het woord  ‘woordenboek’.

Beste Goirlenaren: ook ‘geit’ is zo oud als Methusalem. Te vinden in de Lex Salica (meer bepaald de Malbergse glossen uit de achtste eeuw) waarin rechtsartikelen zijn opgenomen met strafbepalingen voor het stelen van onder meer runderen, schapen en geiten. Trouwens, het woord ‘varken’ komt pas in 1155 onze (schriftelijke) taal binnen. Denkelijk zal het dier in de Lex Salica met zijn Latijnse naam zijn genoemd. (Ik kan dit hier en nu niet nagaan.)

Het woord ‘poes’ kennen we sinds 1561.’Hond’ dateert van de tiende eeuw.

 

Het chronologisch woordenboek is een bron van verwondering en verbazing. De groet ‘houdoe’ is helemaal nog niet zo oud: 1882. ‘Zielknijper’ (de schertsende benaming voor een psychiater) is niet van Maarten Toonder, maar van Multatuli (1862)! ‘Sloddervos’ is van 1693, en ‘rotzak’ van 1692.

Uit mijn geboortejaar, 1948, noteer ik onder meer: container, detective (misdaadroman), joker (overscharige kaart), knäckebröd, ordner, plastic en troela.

Ach, het gaat maar door: leedvermaak (1811), gebeurtenis (1793-1796), wijsneus (1670), snoepen (1573), aangezicht (1477), genoegen (1393-1402), melken (1300), overspel (1287), appel (1146), herfst (1050), nacht (901-1000), stad (857), geld (776-800), dorp (701-800), mond (698-699), twee (222-235), en tot slot het oudste woord, volgens Van der Sijs: wad (107).

 

Het is een heerlijk boek, en leerzaam bovendien. Uit de lijst, behorend bij het woordveld ‘emotionele tussenwerpsels’, leer ik dat ‘jasses’ (uitroep van afschuw) uit 1612 dateert, terwijl het even bekende ‘getsie’ pas van 1986 is, evenals ‘getverderrie’ ‘Getsie’ vind ik vrouwenpraat, maar een ‘getverderrie’ rolt bij gelegenheid nog wel eens over mijn lippen. Ik doe dat, voor mijn gevoel, al veel langer dan 22 jaar, maar toch… pas in 1986 schijnt iemand dat in een schriftelijke bron voor het eerst te hebben genoteerd. ‘Sapristi’, de krachtterm van Van Agt, is van 1918, en g.v.d. van 1875 (de vloek voluit is van 1874).

Het zijn allemaal dingen waaraan u gelieve te denken, wanneer u een passende vloek zoekt of uiting wil geven aan uw afschuw.