CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100325

 

Lentekriebels

 

Het woord staat niet in mijn Van Dale, maar lentekriebels bestaan wel degelijk.

 

Allereerst de kriebels. Voor mijn gevoel hadden de lentekriebels aanvankelijk specifiek betrekking op een van de meest gevreesde driften van de huisvrouw, namelijk die met betrekking tot ‘de grote schoonmaak’. Later (ook weer: naar mijn gevoel) kregen deze kriebels een bredere werking. Iedereen kreeg in het voorjaar last van een veelal onbepaalde dadendrang. Er ‘kriebelt’ zogezegd iets.

Het werkwoord ‘kriebelen’ duidt op een reeks van snelle, opeenvolgende indrukken op de tastzin. Het zijn indrukken die je tot handelen aanzetten.

 

Vervolgens de lente. Het jaargetijde van het prille, het frisse en het nieuwe. Herfst en lente zijn een voortdurende bron van inspiratie voor de dichters. Het najaar met het vallend blad stemt de poëet tot melancholische bespiegelingen over verlies en teloorgang..

Het voorjaar daarentegen vervult de dichter met vreugde en doet hem jubelen over de herwonnen levenskracht van de natuur.

Ach, u kent ze wel, die vrolijke gedichtjes vol huppelende lammetjes, dartele veulens, en kwinkelerende vogels. Of die dichterlijke mijmeringen over het tere groen van het nieuwe loof.

Ja, dát is het kernwoord: nieuw! Geen dichter heeft dat beter gezien dan Gorter, die zijn Mei begint met de klassieke regel: een nieuwe lente en een nieuw geluid.

 

Ik weet trouwens niet of er  überhaupt ‘lentekriebels’ in de Mei van Gorter voorkomen. Net als, naar ik vermoed, de meesten uwer heb ik dit grote episch-lyrische dichtwerk nooit helemaal uitgelezen. Ik stem graag in met de berijmde kritiek van de dichter Hendrik de Vries die het als volgt formuleerde:

Gorter, Gorter!

‘k Heb uw Meizang willen lezen,

Maar begon al gauw te vrezen

Dat het, voor mijn dood, niet uit zou wezen:

Korter, korter, korter!

 

Lentekriebels. Inderdaad, lente en kriebels horen bij elkaar. Zoals zomer en kolder. Potztausend, ook ‘zomerkolder’ vind ik niet in mijn Van Dale!

Herfstwee dan. Verduiveld, ook dát kent Van Dale niet.

Wintertenen. Ja, eindelijk geeft Van Dale thuis: tenen waar de winter in zit.