CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100401

 

Lijmen

 

Een boekje máken is één, maar het verkópen is twee, drie, vier, vijf , zes. Het ‘op de markt zetten’(of erin), het ‘aan de man brengen’, het verkopen kortom, dáár draait het om. En daar komt ook veel bij kijken.

Een boekje maken, dat vind ik leuk, maar aan het verkopen ervan, met al den aankleve van dien, zoals publiciteit bijvoorbeeld, heb ik een broertje dood (wat trouwens een rare uitdrukking is).

Dat zit ik te denken. En met die gedachte kom ik u thans even lastigvallen.

Te Winkel: “Het denken is eene werking  en als zoodanig voorbijgaande. Gedachten houden op te bestaan, zoodra zij gedacht zijn; men kan haar geene duurzaamheid geven: ze kunnen alleen op nieuw gedacht, herhaald, gereproduceerd worden. Ook door reproductie komen zij ter kennis van anderen. Een hoorder is verplicht de gedachte van den spreker bij zich zelven te denken, haar op zijne wijze te reproduceeren; doet hij zulks niet, is hij afgetrokken, vormt hij bij zich zelven andere gedachten, dan komen die van den spreker niet tot zijne kennis.” (uit ‘Over de natuur en het doel van het schrift’)

Bent u er nog? Of zit gij afgetrokken wat voor u uit te suffen?

Enfin, over verkopen van drukwerken dus. Hoe doe je dat? Boorman toont het ons met zijn Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen: lijmen!

Elsschot had voor het schrijven van dat boek een model, namelijk de Revue Continentale Illustrée, een publiciteitsblad van vlak voor de Eerste Wereldoorlog, uitgegeven door zijn vrienden Jules Valenpint (Boorman) en Réne Leclercq. Ook Elsschot schreef voor dat blad.

Trouwens, Elsschot en zijn zoon hebben na de Tweede Wereldoorlog een vergelijkbaar project opgezet, namelijk ‘het Gouden Boek van het Verzet’. Met een schitterend uitgevoerde dummy werden, met veel succes, grote firma’s (met name die welke een dubieuze oorlogsreputatie hadden!) bezocht met het verzoek in te tekenen en een advertentie te boeken. Toen deze firma’s, na heel lang wachten, lastig werden en justitie wellicht zou overgaan tot een onderzoek, verscheen het boek, maar het stelde op het punt van het schoonwassen van foute reputaties niets voor.

Wat hier veel op lijkt: het project van de uitgave van een ‘Hamburgse eretempel’ dat we kennen uit de onvoltooide roman van Heine over de avonturen van Schnabelewopski. Iedere Hamburger werd verzocht een gespecificeerde opgave te doen van zijn deugden en kwaliteiten, en deze, mét een bepaald geldbedrag, toe te zenden aan de auteur. Natuurlijk zou het reuzenboek over de heerlijkheid van Hamburg en al zijn inwoners nooit verschijnen.