CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100408

 

Mazzel

 

Vorige week heb ik iets geschreven over het chronologische woordenboek van Nicoline van der Sijs, en ik wil er nu nog iets over kwijt.

Een van de zogeheten ‘woordvelden’ die zij behandelt, is dat van de ‘communicatieve tussenwerpsels’. ‘Neen’ (uitroep ter ontkenning) vinden we voor het eerst in 1237, ‘ja’ in 1240. ‘Kiekeboe’ (als uitroep als men tevoorschijn komt) is van 1665, ‘rara’ (in de betekenis van: raad eens) is van 1788. ‘Welterusten’ (wens bij het slapen gaan) vinden we voor het eerst in 1852. O, ik moet me bijna geweld aandoen om hier te stoppen met citeren, want het is allemaal even interessant.

Laat ik doorstoten naar de onderafdeling ‘groeten’.

De oudste groet is ‘goedendag’ (1265-1270), ‘doeg’ van 1974.

‘Mazzel’ (als groet) is van 1980.

‘Mazzel’, niet als tussenwerpsel, meer bepaald afscheidsgroet, doch als zelfstandig naamwoord in de betekenis van ‘geluk’, is van 1847. Het is, zoals u weet, een leenwoord, afkomstig uit het Jiddisch. Dat geeft ook Nicoline van der Sijs aan.

 

Het is wellicht aardig te vermelden (althans, ik vind het aardig dat te doen), dat ‘mazzel’ een woord is dat via het Hebreeuws en het Aramees terugreikt tot Mesopotamië en het aldaar gesproken Akkadisch. Daar was ‘mazzaltu’ het woord voor ‘plaats’, meer in het bijzonder de plaats van een gelukkig gesternte. In Mesopotamië bloeiden de astronomie en de astrologie. Vele van onze namen van sterrenbeelden (Stier, Orion, Tweelingen, Kreeft, Leeuw, Weegschaal, Schorpioen, Grote Beer alias Wagen) gaan terug naar deze schouwers van het nachtelijk uitspansel. En dat je vandaag de dag in de krant je horoscoop leest, dat hebben we te danken aan die Babyloniërs.

Even een zijpad ingeslagen: er is in de zeventiende eeuw een (vergeefse) poging gedaan om de sterrenhemel te ‘kerstenen’ door de heidense namen te vervangen door bijbelse en vroeg-Christelijke. In het jaar van zijn overlijden, 1627, bracht Julius Schiller een steratlas uit waarin de 12 tekens van de dierenriem de namen kregen van de 12 apostelen; de sterrenbeelden ten noorden van de dierenriem kregen namen uit het Nieuwe Testament, die ten zuiden daarvan kregen namen uit het Oude Testament.

Terug naar mazzel. Of bijvoorbeeld naar sjacheraar: ook zo’n woord dat via het Jiddisch en Hebreeuws terug gaat naar het Akkadische ‘sahiru’ dat al in de 18e eeuw vóór Christus voorkomt in de betekenis van ‘handelaar’.

We beseffen nauwelijks dat er, naast bepaalde woorden en de astrologie, ook voor ons heel wezenlijke elementen uit de Babylonische cultuur tot ons gekomen zijn. Denk aan het schrift (het spijkerschrift heeft het ontstaan van andere schriften, waaronder het alfabet, gestimuleerd), of denk aan de notie, binnen het Babylonisch recht, van de ‘barmhartige gerechtigheid’.