CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100429

 

Ontslapen

 

De dood is bij uitstek het terrein van het archaïsch taalgebruik. Voor het sterven zijn tal van woorden en uitdrukkingen, en vele daarvan zijn clichés uit de oude doos.

Overlijden, afsterven, doodgaan, zijn leven afstaan, zijn leven verpanden, ontslapen, inslapen, verscheiden, expireren, zijn laatste adem uitblazen, het leven laten, de geest geven, de ogen sluiten, de weg van alle vlees gaan, de wereld verlaten, naar de andere wereld verhuizen, in het graf zinken, ter ziele gaan, ten grave dalen, tot zijn vaderen gaan, het tijdelijke met het eeuwige verwisselen, tot een beter leven overgaan, de eeuwigheid ingaan, de eeuwige reis ondernemen, aan zijn einde komen.

Woorden die je vaak in rouwadvertenties tegenkomt.

Ik heb de krant van vandaag er nog even op nagezien, en ik stel vast, dat ‘heengaan’ veruit de meeste keren voorkomt.

In protestantse kringen heet het menigmaal, dat iemand ‘in den Here ontslapen’ is.

‘Ontslapen’ is een wat vreemd woord. De eigenlijke betekenis is: inslapen. Daarvan afgeleid is de figuurlijke betekenis: de eeuwige rust ingaan, sterven. Daarnaast ontstond een betekenis van ontslapen die het tegendeel was van inslapen, namelijk: ontwaken, wakker worden. Ontslapen is dan te vergelijken met het moderne ‘onthaasten’, ophouden met zich te haasten.

Enfin, je kunt met ‘ontslapen’ alle kanten op, zoals ook moge blijken uit het volgende gedichtje van  Anton Korteweg.

 

Verzoek

 

Ontslapen, zet dat

er maar in, ontslapen.

Niet in iemand, niet vredig.

Gewoon: ontslapen.

 

De andere kant op, van

iedereen weg

geslapen.

 

Zoals je ontkomend

ontkomt aan.