CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100520

 

Stoel

 

Zal die stoel nu inderdaad in het Museum voor Letterkunde staan?

De stoel waarop Richard Minne twintig jaar lang op de burelen van het vermaarde Gentse dagblad ‘Vooruit’ zijn rubriek ‘In twintig lijnen’ schreef. Elke dag opnieuw een stukje van twintig regels.

Dezelfde stoel waarop Louis Paul Boon nadien bijna twintig jaar lang (van 18 november 1959 tot 21 januari 1978) zijn dagelijkse ‘boontje’ schreef voor dezelfde krant.

Veertig jaren lang, elke dag een stukje van een tópschrijver! Allemaal vanaf diezelfde houten stoel die, aldus Boon, een beetje kraakte als hij aan het eind van een regel kwam en een nieuwe begon.

Ik hoop van harte dat die stoel nu in het museum staat.

 

In zijn eerste boontje beschrijft Boon hoe hij vroeger op de krant vlak tegenover Minne zat. (Minne had hem ook bij de krant aangenomen)

Boon was er getuige van hoe de stukjes van Minne tot stand kwamen: bij horten en stoten, met stukken en brokken. Kwam er na een geslaagde zin eentje die maar met moeite op de been bleef, dan rukte hij het papier uit zijn schrijfmachine en begon opnieuw, met een schone lei. Voor die twintig regels had hij op die wijze soms een hele stapel vellen verzameld. Hij knipte de goede volzinnen er dan uit en plakte die onder elkaar. Het verknipte papier frommelde hij tot een bal van eerbiedwaardige omvang, die hij in de kachel stopte. Eén keer heeft hij met de papierbal per ongeluk ook zijn definitieve tekst aan de vlammen prijs gegeven. Het was de enige keer dat er in die twintig jaren geen stukje van zijn hand in de krant verscheen.

 

Vooruit (opgericht in 1884) bestaat niet meer: in 1978 fuseerde het met de Volksgazet uit Antwerpen tot het nieuwe dagblad De Morgen.