CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100603

 

Verkeren

 

Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer in Amsterdam. Zo begon de VVV in het jaar 1883.

Het woord ‘toerisme’ bestond toen kennelijk nog niet. Het reizen, louter voor zijn genoegen, als ontspanning, en om verschillende bezienswaardigheden of bekende plaatsen te bezoeken (kortom: lering en vermaak), was een eeuw geleden voornamelijk nog voorbehouden aan de zeer gegoeden. We kennen de ‘grand tour’ die jongelieden uit de Engelse elite plachten te maken: een lange reis door Europa, naar Italië vooral, als afsluitend hoofdstuk van hun opvoeding en vorming. Het bood deze jongelui tevens een gelegenheid om tijdelijk te ontsnappen aan het keurslijf van de Britse hoogste standen. Ze konden in den vreemde hun wilde haren verliezen.

 

Vreemdelingenverkeer is intussen een bezigheid voor de massa, en heet toerisme. Je hebt speciale periodes voor die bezigheid, namelijk de vakanties. Nu, in de zomervakantie, is iedereen ‘on tour’ en ‘en route’. Iedereen? Nee, niet iedereen. Ik zit hier wat suffig en vaag te peinzen over dat woord ‘verkeer’. Want ook het werkwoord ‘verkeren’ heeft weer twee kanten: de veranderlijke en de bestendige. Verkeren is een overgankelijk én een onovergankelijk werkwoord.

‘Het kan verkeren’, zei Bredero. Het kan veranderen.

Daarnaast kunnen we met iemand verkeren. Omgang hebben met.

Vervolgens kun je ergens verkeren, in de betekenis: er komen en gaan. Maar ook: ergens verblijf houden. En dat brengt ons bij de vierde betekenis: zich bevinden in.

 

Verkeren, van dynamisch tot statisch.

Zéér dynamisch is het verkeer op onze wegen (tot je in de file tot stilstand komt). Verkeer: het komen en gaan, het zich bewegen van voertuigen en personen (ook voetgangers worden tot het verkeer gerekend) langs de wegen, tussen plaatsen en streken onderling of binnen een plaats, gewoonlijk (niet altijd) met de gedachte aan een beweging in tegengestelde richtingen tegelijkertijd of afwisselend. Aldus Van Dale. Metonymisch wordt ‘verkeer’ gebruikt om niet de bewegingen, maar de voertuigen en personen zelf aan te duiden: bij het oversteken dien je altijd goed op het verkeer te letten.

Naar de statische kant toe komen we bij de ‘verkering’ (m.n. de vaste verkering!). De geregelde omgang die gelieven met elkaar onderhouden met het oog op een te smeden huwelijksband. Voorheen was die band onverbrekelijk. Je zat er echt aan vast.

Metonymisch (u bemerkt, dat ik een nieuw woord heb geleerd) is ‘verkering’ iemand met wie men verkering heeft.