CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20100908

 

Reuring

 

Een nieuw woord? Welnee, een oud, bijkans vergeten woord opnieuw ontdekt. Het is me in de aanloop naar de verkiezing van de leden van de Tweede kamer der Staten-Generaal (weet u nog, op 9 juni jl.) weer opgevallen: de laatste jaren wordt in bepaalde kringen het woord ‘reuring’ weer gebruikt. In zinnen als: “…..maar een keuze voor Wilders zal binnen het CDA zeker tot grote reuring leiden.” Reuring als synoniem voor ‘beroering’.

Het aardige van het nieuw gebruik van een oud en vergeten woord is, dat je er naar eigen inzicht een vernieuwde gevoelswaarde aan kunt meegeven: je vindt het woord als het ware opnieuw uit. Zo gebeurt ook met ‘reuring’ dat me de betekenis lijkt te hebben gekregen van ‘een ernstige frictie die de gemoederen danig in beweging brengt’ (of om het minder parlementair uit te drukken: dikke stront aan de knikker). Reuring is ‘de vergrotende trap’ van ‘beroering’.

Keren we terug naar de oorspronkelijke betekenis. Het woordenboek van Van Dale leert ons, dat reuring (v., g.mv., volkst.), dus: vrouwelijk, geen meervoud, volkstaal, betekent: gezellige drukte, vertier.

Het WNT vertelt ons, dat het komt van het werkwoord reuren, en dat is een andere vorm van roeren. Reurig: levendig, woelig, luidruchtig, druk, vrolijk. Reuring: bedrijvigheid, drukte, leven. Ja er is zelfs het woord ‘reurbol’ voor druktemaker.

Reuren, reurig, reuring, reurbol: woorden waar de vrolijkheid vanaf spat. Maar nu komt je het woord in allerlei politieke commentaren tegen, en wég is alle plezier. Reuring heeft ineens iets verbetens, iets onverzoenlijks ook.