CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

 

 

 

 

 

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een bijzonder woord

 


 

13-10-2016

Trekpleister

Er zat wat te klieren in mijn oksel, en ik nam mijn toevlucht tot een probaat middel uit de oude (medicijn)doos: trekzalf. De ontsteking - een ontstoken talgkliertje naar mijn inschatting - zou door de zalf wel ‘rijpen’ en dan zouden vervolgens alle ongerechtigheden  - ik gruw alleen al van het woord ‘pus’ - eruit getrokken worden. Dat is immers wat trekzalf doet: trekken. Maar dat ging allemaal minder voortvarend dan ik gedacht had. Mijn huisarts wist wel waarom: “De medische wetenschap heeft in de laatste honderd jaren grote stappen vooruit gezet, en is inmiddels tot de slotsom gekomen, dat trekzalf niks doet. Het baat niet, maar tot je geruststelling: het schaadt evenmin. Ik zou er maar mee stoppen.” Dat was slecht nieuws. Eerst is tot mijn spijt de trekschuit afgedankt, en nu ook nog de trekzalf. Ik moest denken aan de huisarts van Wim Daniëls (men leze zijn boek ‘De taal achterna’!) die er om bekend stond, dat hij overal trekzalf op deed. “Sommigen noemden hem ook Woutje Trekzalf.”

Enfin, van de trekzalf kwam ik op de trekpleister: ‘pleister bestemd om de huid te openen, om etter te veroorzaken, blaartrekkende pleister’ (het is wat onhandig geformuleerd, maar bedoeld wordt: pleister waarmede men de etter uit een wond trekt); en in figuurlijke zin: ‘iets wat sterk aantrekt inz. een beminde, geliefde’. In latere edities van Van Dale zie ik nog een derde betekenis: ‘plakker, iemand die lang blijft zitten’.

Ik heb mij altijd verbaasd over die verschuiving van letterlijk naar figuurlijk, van de etter naar een geliefde. Van iets dat afschuw verwekt en weerzin inboezemt naar iets prachtigs en verrukkelijks. Trekpleister, het woord doet me koude rillingen over de rug lopen. Als je wat artikelen voor de persoonlijke verzorging wilt kopen, en je een winkel ziet die ‘Trekpleister’ heet (het is zelfs een keten van winkels die zo heten), dan loop je toch zeker liever even door naar concurrenten met namen als Marskramer, Blokker, of Kruidvat? Tenminste, ik wel.

Tegenwoordig zijn er, buiten die winkels, geen trekpleisters meer, of ze zijn toeristisch van aard. Bij die aanduiding krijg ik steeds het beeld voor ogen van bijzondere, mooie plekken waar het wemelt van plezierreizigers: het vreemdelingenverkeer als pus. Buitengewoon onsmakelijke plekken dus.