CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

 

 

 

 

 

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een bijzonder woord

 


 

26-10-2016

Raket

 

Met de Europese ruimtevaart wil het maar niet vlotten. Ook de tweede landing op Mars is jammerlijk mislukt. Iets met een defecte hoogtemeter, geloof ik. Gevreesd wordt, dat de sonde, ‘Schiaparelli’ genaamd, te pletter is geslagen. De sonde is vernoemd naar Giovanni Schiaparelli (1835-1910), de Italiaanse astronoom die de zogenaamde ‘kanalen’ op Mars ontdekte, die uiteindelijk bleken niet te bestaan. Een kwestie van optische illusie. Misschien kan de ESA de volgende sonde de naam ‘Schettino’ geven, naar de befaamde kapitein van de Costa Concordia die ‘per ongeluk’ in een reddingsboot viel. De commandant van de kustwacht maande hem terug te keren naar zijn post (“Vada a bordo, cazzo!” ofwel: ga aan boord, lul!), maar Schettino verzaakte zijn plicht. Enfin, de ruimtevaart dus.

Om de ruimte in te gaan heb je een raket nodig, en toen dacht ik: waar komt dat woord eigenlijk vandaan?

Wie zoekt, die vindt; drie betekenissen nog wel: een plantengeslacht uit de familie der kruisbloemigen, hoog opstijgend vuurwerk dat in stralen uiteenspat, en (maar nu: onzijdig) kaatsnet, stevig gespannen in een ronde beugel met handvat om daarmee ballen over een net te slaan.

Die plant schuiven we ter zijde, anders ga ik misschien boeren (ter verduidelijking: Frans roquette < Italiaans rochetta, rucchetta, verkleiningsvormen van het Latijnse eruca, dat zou teruggaan op eructare, oprispen).

 

Eerst dat kaatsnet, dat we nog kennen van het gedicht (uit 1778) over het gebroken glas van Hieronymus van Alphen:

Terwijl ik bezig met paletten

Bij 't venster was.

Vloog mijn volan, door 't fors raketten,

Daar in het glas.

Die ‘volan’ is in goed Nederlands een ‘pluimbal’; paletten: kaatsen met de pluim- of vederbal als bij het tegenwoordige badminton: ‘Een bal van kurk, met gekleurde veêren vercierd, wordt met een raketje of paletje, dat van draadwerk gevlochten of met een trommelvelletje bespannen is, over en weêr gekaatst. Omdat raketten of paletten de ligtste soort van kaatsen is, [lijkt het] uitgevonden voor de jufferschap en de kinderen’ (J. ter Gouw, De volksvermaken, Haarlem 1871, p. 329). In elk geval mag dit kinderspel niet verward worden met het vroegere tennis dat door volwassenen op de kaatsbaan gespeeld werd, vergelijk Cees de Bondt, ‘Heeft yemant lust met bal, of met reket te spelen...?’ Tennis in Nederland 1500-1800. Hilversum 1993. Het woord ‘raket’ als voorwerp om ballen mee te slaan, schijnt terug te gaan naar het Arabische woord voor handpalm: rahat. Via het Franse raquette (of het oudere rachette) ‘racket, handpalm’ kwam het in de zestiende eeuw onze taal binnen: zoals nu nog bij het kaatsspel werd bij balspelen met de vlakke hand geslagen, totdat deze werd vervangen door een raket.

 

Dan de vuurpijl. Die was reeds vroeg in China bekend en komt rond 1250 naar Europa. Men noemde die in Italië rocchetta wegens de overeenstemming in vorm met het spinrokken, rocca. Dit woord lijkt weer ontleend aan een Germaanse taal, bijvoorbeeld het Gotisch rukka.