CuBra
INHOUD RACHEL VERHEIJEN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO
SPECIAAL
 

Rachel Verheijen

Een contract voor Rachel

Het is niet zo druk vandaag, dus we besluiten het erop te wagen. Bovendien hebben we nog maar twee, maximaal drie dagen en niemand van ons wil een koude douche. En zo’n fles is altijd leeg op het moment dat het niet schikt: tijdens het koken of onder de douche.

 

‘Le chef n’est pas là aujourd’hui’ is een zin die tot het standaardrepertoire behoort van iedere willekeurige verkoper of verkoopster in eender welke winkel. Doorgaans overigens vervolgd met de vraag of we morgen terug willen komen. Het klinkt overigens niet vervelend deze mededeling, de boodschap wordt altijd gebracht met een vriendelijke glimlach en een verontschuldigend ´désolé. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Zevenjarige Zoonlief na een paar bezoekjes aan Franse winkels deze zin kan vertalen én reproduceren in combinatie met het juiste accent.

 

Maar vandaag halen we slechts een gasfles en dat kan zonder chef, denken we. Gasflessen haal je namelijk gewoon bij de benzinepomp. En daar is het niet druk vandaag. Drie auto´s zijn er aan het tanken en wij lopen rond de gasflessen in verschillende kleuren en maten. Thuis hebben we opgeschreven dat de fles donkergroen moet zijn en dertien kilo propaan dient te bevatten. We kijken vol interesse naar de verzameling gasflessen in verschillende kleuren en in verschillende formaten die allemaal achter slot en grendel staan. Alsof we nieuwe ringen aan het uitzoeken zijn, maar dan anders. Als we onze fles gevonden hebben, spoeden we ons naar ´de juffrouw´.

 

Er is altijd een ´de juffrouw´ al is dit exemplaar eerder een mevrouw-uitvoering. Ze zit in een glazen hokje met veel formulieren en nog meer procedures. Echt heel veel formulieren en papieren. Ze is een vriendelijk ogende mevrouw met een vierkant kapsel, witte klompschoenen een te lichte spijkerbroek. En, kleinigheid, ze past nog maar net in het glazen hokje. Ze neemt de tijd voor ons en waardeert onze pogingen om Frans te spreken. Bemoedigend knikt ze me toe en mocht ik nog meer gaan stotteren, dan verdenk ik haar ervan om bemoedigend te gaan applaudisseren. Ik zit namelijk nog wel heel erg in de schoolfransfase en bij ons op school werd maar weinig aandacht besteed aan propaangas.

 

Het komt erop neer dat we eerst moeten betalen en dan onze fles kunnen meenemen. Inmiddels staan er zeven auto´s te wachten, zie ik. Vriendelijke mevrouw komt uit het hokje en met haar grote sleutelbos opent ze het ijzeren hek. We nemen de groene fles mee – ik loop met mijn portemonnee in de hand mee en meneer Schrijft heeft 27 kilo fles op zijn rug – en Vriendelijke Mevrouw gaat weer terug in het hokje. Betalingen geschieden namelijk altijd met een glazen wandje ertussen.

 

Vriendelijke Mevrouw heeft ondertussen ook gezien dat wij geen fles inleveren. Voor de zekerheid vraagt ze het nog even na, maar ook in mijn rugzakje zit niets dat op een gasfles lijkt. ‘Of we dan toch wel een contract hebben’, is de volgende vraag. Hmm, nee, dat hebben we niet. Ze keert het hele glazen hok ongeveer om. Er verschijnen orders, formulierenbakjes, twee pennen vallen op de grond, vriendelijke mevrouw krijgt een rood hoofd, maar een contract vindt ze nog niet. Ik durf nauwelijks om te kijken, want ik hoor weer nieuwe auto’s achter me. En die auto’s wachten allemaal op ons. En het gaat hier nog wel even duren, dat weet ik ook. Vriendelijke Mevrouw weet dat ook, haar hoofd kleurt donkerrood en ze begint steeds zenuwachtiger te worden. Dat gun ik haar ook weer niet en bijna vraag ik of we morgen terug moeten komen, als de chef là is. Maar ik doe het niet, want het is geen weer voor een koude douche.

 

Uiteindelijk blijk ik gelukkig mijn paspoort, rijbewijs, carte fidelité, museumjaarkaart, NKBV-pasje en biebkaart bij me te hebben en kan het contract voor één gasfles plechtig getekend worden. Terwijl we terug lopen naar de auto zie ik de rij auto’s langzaam in beweging komen. Ik tel er veertien.