Tilburg, november 2008
Beste Doeschka of toch Douschka, misschien zelfs
lieve Doeschka,
Ik begin met jou proficiat te wensen met het behalen
van de AKO literatuurprijs 2008. Jouw roman “Over
de liefde” werd geprezen als hard en scherp,
maar ook liefdevol en spannend en geraffineerd.
Een tweede proficiat is op zijn plaats met het
behalen van de F. Bordewijk prijs 2008 op 12
november. Ook voor wie niet van autobiografisch
proza houdt, is dit meesterstuk een even
hartveroverende als hartverscheurende roman.
Niet dat ik je boek gelezen heb, maar recensenten
geven dit zo aan.
Ik ben blij voor jou. Het is opnieuw een bekroning
op je werk na de Multatuliprijs in 1981 voor je boek:
“Tijger, tijger!” Je boek “100% chemie”
kreeg een prijs voor de beste literaire zin in 2003.
Wie had dat in de zomer van 1957, of misschien was
het 1958, kunnen denken.
Jij was op vakantie in Vught toen ik jou ontmoette.
Mijn schoolvriend Hans had tegen mij gezegd dat er
logees kwamen. Twee meisjes van onze leeftijd, een
nichtje en haar vriendin, zouden veertien dagen in
Vught doorbrengen. We ontmoetten elkaar op “de
speelweide”, een groot groen veld omzoomt met
struiken aan drie kanten en aan de andere zijde
huizen. Je kon er van alles doen, als je zelf de
spullen maar meebracht. Als ik mij goed herinner was
onze favoriete bezigheid verstoppertje spelen, maar
we hebben ook wat afgepraat.
Ik was verliefd op die knappe meid, slank, groot en
met prachtig zwart haar. Of het wederzijds was weet
ik eigenlijk niet, je vond al die aandacht leuk en
je kwam iedere dag weer terug.
Met mijn ouders was ik naar de operettefilm “Schön
ist die Welt” met Rudolf Schock en Renate Holm,
geweest. Ik zong voor jou schön ist die Welt.
Of de wereld voor jou altijd even mooi geweest is,
waag ik te betwijfelen.
Ik heb je niet gevolgd in je carrière. Na twee mooie
zomers kwam er weliswaar, niet uitgesproken, een
einde aan onze vriendschap. De brieven vergeelden en
als er al een bijkwam dan miste hij de warmte van de
zomer.
Zo nu en dan kwam je weer in beeld. De eerste keer
voor mij, twintig jaar later, met je boek “De kat
achterna”. Het boek staat eenzaam tussen vele andere
schrijvers, onuitgelezen. Ik dacht, toen ik niet
door je boek heen kwam: “het zou toch niets tussen
ons geworden zijn want we spreken niet de zelfde
taal.” Om over de verschillende geaardheid maar te
zwijgen. Niet dat het mij iets uitmaakt want
vrienden hadden we zeker kunnen blijven. Zo nu en
dan kwam je in beeld. Ik leed met je mee of het
maakte me blij als ik zag dat je straalde.
Ik moet zeggen dat laatste zag ik zelden.
Op de avond van de uitreiking van de AKO prijs zag
ik je op de TV. Jij was de eerste die ik zag en toen
pas had ik in de gaten dat het om de AKO prijs ging
en dat jij wel eens de gelukkige zou kunnen zijn.
De AKO prijs 2008 gaat naar……. Doeschka Meijsing met
haar boek:“Over de liefde”.
Ik zag bij jou verbazing. Je geloofde het zelf niet.
Met een glas wijn in je hand liep je, even het
evenwicht zoekend, naar voren. Geen uitbundigheid.
Met soms een glimlach om je mond liet je de lofzang
over je heen komen. Waar is dat meisje uit 1957
gebleven?
Ik zal een nieuwe poging wagen en daarmee de
eenzaamheid van “De Kat achterna” doorbreken.
René Haans.