We hadden al vierentwintig jaar op hetzelfde adres
gewoond; de kinderen zien opgroeien, de straat van
kinderrijk naar kinderarm zien veranderen en een
aantal buren zien verhuizen. Niet dat wij uitgekeken
waren op de straat want het was er gezellig en
vertrouwd.
Ineens was er het huis aan de Ringbaan, een
prachtige jaren dertig woning. Het huis stond te
koop maar niet lang. Als trotse bezitter vraag je
natuurlijk aan de oude bewoners:”zijn er nog
speciale dingen waar wij rekening mee moeten houden?”
“Nee hoor.”
Het antwoord geeft je meteen een geruststellend
gevoel.
We konden gaan beginnen. Je kent dat wel als je een
huis koopt. Het is nooit helemaal naar je zin. Soms
vraag je jezelf weleens af waarom mensen een ander
huis kopen, als je ziet wat er allemaal gesloopt
wordt.
Als je dan bij een tweede bezoek vraagt: “stond daar
eerst geen muur?”
“Jawel hoor, maar wij vonden dat de muur een
metertje opgeschoven moest worden. Deze ruimte is nu
wat groter en ja als je dadelijk kijkt, is de andere
ruimte natuurlijk wat kleiner geworden.”
Enfin, in onze keuken, die grensde aan de keuken van
de buren, moesten wat planken weggehaald worden. De
planken waren er nogal eens snel af maar er zaten
wel hele grote bouten in de muur. Ik kreeg ze met
geen mogelijkheid los.
Goede raad is vaak ook duur dus er maar snel een
slijptol tegenaan gehouden.
In een mum van tijd waren de moeren er af. Toen nog
even met een grote hamer tegen de stompjes geslagen
zodat deze in de muur zouden verdwijnen.
Net wilde ik het laatste stompje in de muur laten
verdwijnen toen ik aan de ander kant van de muur een
hels kabaal hoorde. Het leek wel of er een hele
restaurantkeuken naar beneden viel. Wat was dat nu?
Het zou toch niet waar zijn. Ik liep naar buiten om
even bij de buren te gaan vragen of er iets gevallen
was. Gelukkig waren ze niet thuis maar ik kon nog
net zien waar de planken bij de buren gezeten hadden.