INHOUD DINJENS
INHOUD POëZIE
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
BEELDENDE KUNST
FOTOGRAFIE
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina
Het Museum is geopend op dinsdag t/m zondag van 13 tot 17 uur - Pompstraat 17 - Schijndel


 

Thierry P. Dinjens

3 gedichten uit de dubbelexpositie

'Sfeervol Brabant in woord en verf'

Lokatie: Schijndel - Museum Jan Heestershuis

Tot en met 30 januari 2005

Schilderijen van Jan de Wit - Gedichten Thierry P. Dinjens

 


Jan de Wit


 

(wit veulen in winterlandschap)

 

Beperkt

 

Waarom

in grijze vlekkenlucht

in roerig kolkend dekkenlucht

in vies geelwitte plekkenlucht

zie ik alleen het veulen?

 

Waarom

in bruine knollengrond

in grasverkrachte pollengrond

in gore grove trollengrond

zie ik alleen het veulen?

 

Waarom

in edel godendier

in wintervaste witte spier

in stellig vleesgeworden sier

zie ik alleen een veulen?

 

 

Sfeervol Brabant

 

Het luik dat Brabant schut

is vandaag geopend

haar oubolligheid verdwaalt in noeste vlijt

en voor het geestesoog

van een oude ekster

ontvouwt zich aarzelend landerij in tijd

 

De vlaskapellen

schoven als soldaten

een statisch leger dat duizend monden voedt

de jonge weefsters

zweten bij het baren

van nieuwe oogst die poept in linnengoed

 

De kleine wezel

golft tussen de kruiden

een bruine hartslag in distel en karwij

een flits in kindertijd

die ons altijd bijblijft

betreurenswaardig het lot van de lamprei

 

waar grijze sintels

in metalen haarden

hun werk gedaan verpulveren tot as

de tractor stoomt nog

een witte wolk afscheid

de ploeg voltooide de voren voor nieuw gras

 

hier vreet de boktor

zijn toekomst door de steunbeer

het land begraaft haar kerken bovengronds

er bloeit kamille

en er zingen paapjes

de houtwal jubelt, onhoorbaar binnensmonds

 

Het luik dat Brabant schut

staat nu op een kiertje

de noordenwind heeft het gevecht aanvaard

wij zijn gelijken

aan wat wij bekijken

zo Brabant gasten is, zo zijn wij de waard

 

 

(Het trekpaard)

 

Typering Trekpaard

 

Schonkig als een bultenaar

een bruin blok noest basalt

in een zee van gras

 

de vederlichte wimperslag

het trillen van de oren

de nevel uit de neus

 

een levend monument dat

boer en ridder droeg

van karrenvracht tot harnas

 

de dribbelende draf

en warme moederogen

door God gemaakte reus