Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 22-11-2011

 

Unicef

Het leven in Zimbabwe is nog steeds moeilijk voor de meerderheid van de bevolking. Het late begin van het regenseizoen en het trage tempo van economisch herstel hebben zwoegende gemeentes extra onder druk gezet om tegemoet te komen aan de noden van het volk. Velen zijn gedwongen te betalen voor water, of te zoeken naar boorgaten die door NGO’s al in de jaren ’80 zijn geslagen. Zelfs degenen die het geluk hebben bij boorgaten te kunnen komen beginnen bezorgd te worden omdat het ernaar uitziet dat het water snel zal opdrogen.

Alles wijst er echter op dat het land dit seizoen normale of meer dan gebruikelijke regenval kan verwachten, en, gevoegd bij pogingen van gemeenteraden om schoon water te winnen, is er hoop dat de droogte binnenkort voorbij zal zijn. Projecten om waterproblemen aan te pakken, zoals het plan in Ruwa om water te onttrekken aan Nora Dam en de pijpleiding die wordt geconstrueerd in Bulawayo zijn voorbeelden van de maatregelen die door gemeenteraden in het hele land worden genomen om een crisis af te wenden.

UNICEF zit midden in het proces van overdracht van de verantwoordelijkheid voor het waterbeleid aan de locale autoriteiten in de grote steden. Sinds de formering van de alomvattende regering in 2009 zijn veel steden door UNICEF bijgestaan om de benodigde chemicaliën nodig voor zekerheid op veilig drinkwater te verkrijgen. Met dit plan had men het voornemen om gemeentebesturen de tijd te geven capaciteit op te bouwen om zelfstandig waterzuivering te regelen.

Maar met veel plaatselijke gemeenteraden die nog steeds over te weinig hulpmiddelen beschikken en een economisch herstel dat veel trager gaat dan voorzien vanwege Zanu (PF)’s koppigheid, is het niet waarschijnlijk dat er veel in staat zullen zijn die verantwoordelijkheid te dragen. Wij roepen UNICEF op hun besluit zich terug te trekken te herbezien op dit cruciale moment. Het zit er niet in dat gemeenteraden zich kunnen veroorloven de benodigde chemicaliën en gereedschappen aan te schaffen, en de levens van Zimbabweanen zullen risico lopen.

De toekomstverwachting van het Wereldvoedselprogramma dat een miljoen mensen niet in staat zullen zijn het hoofd te bieden aan hun meest basale voedselbenodigdheden in de komende maanden verergert de zaken alleen maar. Boeren die deze maand gewassen hebben geplant werden gedwongen hun velden te verlaten door gebrek aan regenval en sommigen zijn helemaal gestopt met hun bedrijf omdat zij om politieke redenen geen grondstoffen kunnen aanvoeren.

Zeer weinig landbouwbedrijven zijn nog productief en degenen die dat nog zijn hebben hun capaciteit aanzienlijk verkleind – alweer door politieke bemoeienis. De politisering van grondstoffeninvoer en de uitgifte van voedsel moet worden gecontroleerd op bevolkingsniveau.

Het onderzoek naar het gebruik van geld dat beschikbaar werd gesteld door het Kiesdistricten Ontwikkelings Fonds is een stap in de goede richting van een grotere verantwoordingsplichtigheid voor parlementariërs. Zij hebben de verantwoordelijkheid erop toe te zien dat geld naar de gebieden met de grootste nood wordt gesluisd. Het is misdadig dat sommige parlementariërs het geld hebben verspild aan zaken als eigen auto’s terwijl mensen grote afstanden moeten lopen voor water en, in sommige gebieden, maaltijden overslaan.

Als de parlementariërs geen voorrang geven aan de gezondheid en veiligheid van de mensen boven hun eigen winkelbehoeften, moet dit aan de orde worden gesteld en bestraft door de partijen die ze vertegenwoordigen.