Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 5-9-12

Voedselonzekerheid: Wat wordt eraan gedaan?

 

Als natie eisen wij het recht op te worden geïnformeerd over de maatregelen die de regering heeft genomen om voor passende voedselvoorraden, in het bijzonder graan, te zorgen om uithongering te voorkomen.

Zoals we allen weten was het laatste grote landbouwseizoen een van de ergste sinds de Onafhankelijkheid in 1980. Naar schatting hebben 1,4 miljoen mensen voedselhulp nodig vanwege de weinige regens en wijdverbreide tekorten aan grondstoffen, volgens het Zimbabwe Vulnerability Assessment Committee (Zimbabweaans Comité ter Beoordeling van Kwetsbaarheden).

Dit is in alle opzichten geen gering getal en we verwachtten dat we zouden worden beoordeeld op wat de regering doet om het tekort aan te pakken. Helaas is dat niet het geval geweest en we vermoeden dat er niets concreets gebeurt.

Berichten afkomstig van de humanitaire gemeenschap en de media zijn uiterst verontrustend. Nu al zijn gemeenschappen die onzeker zijn van voedselvoorziening genoodzaakt tot uiterste maatregelen over te gaan, zoals het eten van wortels en vruchten in het wild.

Hongerige huishoudens op het platteland verkopen hun vee voor een appel en een ei om de honger te stillen. In een poging aan hun onmiddellijke voedselbehoefte tegemoet te komen maken ze zichzelf nu al kwetsbaar voor toekomstige noden omdat ze niet genoeg draagkracht zullen hebben in toekomstige seizoenen.

De huidige en toekomstige kwetsbaarheden vereisen een holistische strategie.

De regering, die bij machte is naar het volk om te zien, zou die last moeten dragen. De humanitaire belanghebbenden spelen slechts een aanvullende rol.

Van de regering wordt verwacht dat ze ervoor zorgt dat er genoeg graan wordt geïmporteerd om aan de vraag te voldoen, en dat verplicht ze natuurlijk om fondsen voor aankoop op te richten.

Daarna is het nodig ervoor te zorgen dat het geïmporteerde graan gelijkwaardig wordt verdeeld en verkocht voor betaalbare prijzen.

Terwijl het huidige graanverleningsplan, dat voorziet in de verdeling van graan aan hongerige gemeenschappen met een regeling voor toekomstige terugbetaling, prijzenswaardig is, maar tamelijk onpraktisch, is het besmet door neigingen tot partijdigheid. Sommige delen van de bevolking worden uitgesloten op politieke gronden.

Zoals het er nu voor staat, bevinden de nationale graansilo’s zich in een erbarmelijke conditie en we roepen de regering op ervoor te zorgen dat de GMB* ze repareert.

GMB ambtenaren hebben erkend dat ze van tijd tot tijd worden gedwongen graan dat oorspronkelijk werd aangemerkt voor menselijke consumptie verkopen aan boeren als veevoer omdat het waarde heeft verloren vanwege de deplorabele toestand van de silo’s.

Zimbabwe kan zich dit onnodige verlies niet veroorloven, gezien de omvang van onze voedselonzekerheid.

Onderhoud van de silo’s mag geen korte termijningreep zijn, maar een die op zo’n manier wordt gedaan dat toekomstige problemen eveneens kunnen worden aangepakt.

*GMB, Grain Marketing Board, het Bestuurscollege voor de Graanhandel, vert.