Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 27-1-2015

 

Ministeries moeten verandering omarmen

 

Het jongste rapport van de Auditeur Generaal geeft een uiterst verontrustend beeld over regeringsdepartementen, in het bijzonder met betrekking tot de manier waarop ze omgaan met financiële zaken. Het rapport is, net als de andere die voorheen zijn gemaakt, een lijvige openbaring van slecht bestuur bij onze ministeries, aan de staat gelieerde instanties en andere overheidsdiensten.

 

Het is duidelijk dat deze kantoren diep verwikkeld zijn in corruptie. Het feit dat ze, zoals het rapport stelt, geen rekenschap konden geven over grote sommen geld geeft aan dat er veel transacties onder het tapijt plaatsvinden. In veel gevallen hebben ministeries leningen uitgegeven, bezit van grote waarde verkregen en grote sommen geld uitgegeven zonder enige verslaglegging. Erger nog, sommige afdelingen houden geen boekhouding van hun activa bij, mogelijk omdat zij controle aangaande de goederen die ze verwerven willen vermijden.

 

Het is werkelijk verontrustend dat zelfs het ministerie van financiën, waaronder de schatkist valt, een van de grootste boosdoeners is. Ze zijn er niet in geslaagd basale registers bij te houden over openbare overheidsuitgaven, waarmee ze transparantie en betrouwbaarheid bemoeilijken. Er is slecht beheer van middelen over de gehele linie.

 

Het oorlogsveteranenfonds houdt bijvoorbeeld geen verslaglegging bij over hoe het geld dat is uitgekeerd aan begunstigden is gebruikt, of dat het wel gebruikt is voor de beoogde doeleinden. Het fonds laat niet eens zien welke scholen geld hebben gekregen voor de kinderen van oud-strijders. Zelfs het kantoor van de president wordt niet gespaard als de Auditeur Generaal erop wijst dat het eenzijdige beslissingen neemt over het toewijzen van goederen en duidelijk misbruik maakt van staatseigendom.

 

Wij vinden het verwarrend dat de overheidsinstanties doorgaan met slecht bestuur ondanks dat de Auditeur Generaal jaar in jaar uit een gedetailleerde opsomming van de tekortkomingen maakt. Het lijkt ze niets te kunnen schelen. Uiteindelijk ligt de schuld bij de President die de president-directeur van dit land is. Hij moet deze zaken niet laten liggen. Het feit dat hij geen actie onderneemt tegen de vele afdelingen zou kunnen betekenen dat hij óf het gewicht van de zaak niet ziet, óf dat hij ook een collaborateur is, vooral als men bedenkt dat zijn eigen kantoor werd aangewezen.

 

Er zijn in het verleden inspanningen gedaan om een bestuurscode vast te stellen. Dat proces is met horten en stoten ingevoerd en tot nu toe lijkt er geen wil te zijn om deze code functioneel te maken. Toch zouden bestuurlijke zaken steeds prioriteit moeten krijgen. Goed bestuur in openbare lichamen is van cruciaal belang omdat het een gunstig blikveld bewerkstelligt dat nodig is om zinvolle investeringen aan te trekken en efficiency, effectiviteit en productiviteit bevordert.