Wilf Mbanga

Vrijplaats CuBra

Hoofdredactionele commentaren uit The Zimbabwean

vertaald door Paul Bogaert

 


Hoofdredactioneel commentaar 21-7-2015

 

Commissies in diskrediet vanaf het begin

 

Zoals we elders in dit nummer berichten wordt President Robert Mugabe beschuldigd van het negeren van selectiebeoordelingen van een parlementair forum dat aspirant-commissieleden voor de Zimbabweaanse Commissie voor Geslachten (ZGC)* bevroeg.

 

De informatie die wij ontvingen van wetgevers die waren betrokken bij de selectie van de commissieleden geeft aan dat degenen die bovenaan de lijst stonden afvielen terwijl kandidaten met minder passende kwalificaties werden benoemd. Dit geeft dringende redenen om de manier waarop commissieleden worden benoemd voor overheidsinstanties te vernieuwen.

 

Toegegeven, de President heeft het grondwettelijk en wettelijk mandaat om leden van de diverse wettelijke commissies te benoemen. Echter, opgemerkt moet worden dat het selectieproces niet in zijn geheel het domein is van de uitvoerende macht.

 

De wetgever is, als een andere overheidsarm, ook hierin betrokken. Dit betekent dat hun aanbevelingen en bevindingen aangaande kandidaten die in de commissies worden opgenomen serieus moeten worden genomen – en met het respect en de doorzichtigheid die dit verdient worden behandeld. Het zou geen zin hebben de wetgever in het proces op te nemen als hun aanbevelingen aan het eind van de dag worden ontkracht.

 

Wat bijzonder verontrust is het feit dat er geen transparantie is over de manier waarop de president zijn uiteindelijke keus maakt uit het aanbod van kandidaten dat het Parlement hem aanbeveelt. Zoals het er nu voor staat is het voor ons niet duidelijk waarom de best presterende kandidaten werden afgeserveerd in het geval van de geslachtencommissie. Deze ondoorzichtigheid contrasteert scherp met de doorzichtigheid die het Parlement laat zien als het openbare vraaggesprekken leidt. De president moet het voorbeeld geven en zijn keuzes bekend maken.

 

We zijn ook bezorgd door het feit dat degenen met de beste  prestaties, die vervolgens werden geroyeerd, geen banden hebben met de Zanu (PF) regering, terwijl de meesten, zo niet allen die uiteindelijk werden geselecteerd op de een of andere manier gebonden zijn aan de bewindspartij en de regering.

 

Dit suggereert dat de uiteindelijke keuze van commissieleden beladen was met partijdigheid. Dit zou betekenen dat de commissie niet representatief is – zo niet illegaal. Wettelijke commissies zijn nationale en overheidsinstanties die niet de belangen van bepaalde partijen of personen behoren te dienen. Eenmaal partijdig zijn ze niet langer grondwettelijk.

 

Nogmaals, we merken op dat er is bericht over partijdigheid bij de benoeming van commissieleden aangaande verschillende andere commissies, namelijk de Zimbabwe Mensenrechten Commissie (ZHRC), de Zimbabweaanse Kiescommissie (ZEC) en de Anticorruptiecommissie van Zimbabwe (ACCZ).

 

Duidelijk, deze commissies staan van meet af aan in diskrediet vanwege hun gebrek aan een brede samenstelling. Wij vragen ons af waarom de regering in de eerste plaats beslist bij de vestiging van openbare instanties die niet alleen een heleboel middelen onttrekken aan de schatkist en de belastingbetaler, maar enkel de belangen van een deel van de samenleving dienen.