CuBra
Inhoud 15 kunstenaars
Home
Beeldende kunst INHOUD
 

Wim Lavrijsen

In oorsprong verbonden

15 kunstenaars uit Reusel-De Mierden

TONY VAN DE VORST

Eindhoven, 1946

Woonde in Reusel van 1946 tot 1967

Woont momenteel in Vlierden

 

Opleiding

1968 - 1974

Tilburg, Academie voor Beeldende Vorming

Amsterdam, Rijksacademie

Bruid met vlinder

Brons gepolychromeerd

Sokkel hout

128 x 47 x 68 cm (h/b/d; exclusief sokkel)

2007

 

“Beelden emotionaliteit meegeven. Daar hecht ik aan.”

 

Karakteristiek van het werk

Op de keper beschouwd is het oeuvre van Tony van de Vorst één doorlopende strijd tegen de ontmenselijking. Een strijd die gevoerd wordt met zwaar geschut – althans zo lijkt het wanneer we de kunstenaar bezig zien met haar pneumatische gereedschap. Maar dit is slechts schijn, de echte wapens van Tony van de Vorst zijn veel milder. Die liggen op het artistieke vlak: compositie, lijnvoering, kleurgebruik, huid en contrast.

Ze vormen de munitie om de ontmenselijking te lijf te gaan, of – om het anders te zeggen – de humanisering terug te brengen. Pas als dat gebeurd is, kan de mens weer ‘heel’ worden en deel gaan uitmaken van een complete cultuur. Zo’n opdracht heeft volgens de kunstenares alleen kans van slagen als de emotionaliteit (weer) zijn gerechtvaardigde plaats krijgt. In die zin kan haar artistieke loopbaan gezien worden als een voortdurende zoektocht naar de menselijke emotie.

 

Die zoektocht begint als zij bij haar afstuderen aan de Amsterdamse Rijksacademie in 1975 de eervolle Gouden Prix de Rome wint en daarmee een studiereis naar Italië krijgt aangeboden. Ook in de jaren daarna zal ze dit land nog vele malen bezoeken. Tony van de Vorst: “Ik kwam in contact met vrije beeldhouwtraditie die wij in onze calvinistische kunstbenadering helemaal waren kwijtgeraakt. Ik zag kleurresten op klassieke draperieën en gepolychromeerde beelden die, vanwege hun gevoelslading, als een blikseminslag bij me binnenkwamen. Vanaf het begin voelde ik dat dit een richting was die helemaal bij mij paste en waarvan ik me voornam deze verder te gaan ontwikkelen.”

 

Daarmee maakt Tony van de Vorst een keuze tegen de stroom in. In een tijd die bepaald wordt door de vernieuwers van de abstractie valt het niet mee de handen op elkaar te krijgen voor de voortzetting van de figuratie – hoe eigentijds deze voortzetting ook wordt vormgegeven. Tony van de Vorst laat zich er niet door uit het lood slaan; ze wil een verhalend beeldhouwster zijn.

Met beelden als Lilith en Leda, deel uitmakend van de serie Aards Paradijs zet ze krachtige vrouwen neer die hun hele wezen, inclusief hun erotiek, aan de kijker openbaren. Tony van de Vorst: “Voor mij als vrouw kon ik nergens anders uitkomen dan bij vrouwenfiguren, hun existentie is de mijne.”

 

Met De Oosterse Bruid, een beeld waar de kunstenares twee jaar aan heeft gewerkt als het in 2001 klaar is, bereikt Tony’s zoektocht naar de menselijke emotie zijn voorlopige hoogtepunt. “Voor het eerst had ik een beeld waarvan ik vond dat het volledig gelukt was. Toen ik op het laatst de voetjes eraan wilde zetten, moest ik huilen van ontroering.”

 

Relatie met Reusel-De Mierden

“Tot mijn 21ste heb ik in Reusel gewoond. Het was niet de gelukkigste tijd van mijn leven. Ik voelde me een vreemde buitenstaander en was er niet tegen opgewassen dat te veranderen. Integendeel, vaak voelde ik me onzeker en onbegrepen. Ongetwijfeld ook omdat mijn omgeving weinig enthousiasme aan de dag legde voor de dingen waar ik me mee bezig hield.”

 

“Toch leverde Reusel mij niet alleen maar kommer en kwel op. Ik genoot ervan om me in stilte terug te trekken in mijn eigen fantasiewereld. Ook aan de vele wandelingen in de natuur bewaar ik goede herinneringen. Verder zijn er in die tijd vriendschappen voor het leven ontstaan en zijn er verscheidene Reuselse mensen aan wie ik met veel warmte terugdenk. Tot slot vind ik het prettig dat een jeugdwerk van mij, het beeldje De Scheeper, een plaats heeft gekregen in het centrum van het dorp.”

 

“Nu pas besef ik dat die eigen fantasiewereld uit mijn jeugdjaren de kiem vormde voor mijn latere kunstenaarschap. En in dat kunstenaarschap ben ik me voortdurend, bij alle beelden die ik heb gemaakt, blijven afvragen: ‘wat wil ik ermee?’ en ‘hoe moet een beeld er voor mij uitzien?’ Deze vragen hebben weliswaar tot verschillende uitkomsten geleid, maar ook tot één gezamenlijke noemer, namelijk dat ik steeds sterker mezelf ben geworden. Maar ook daarover is het laatste woord nog lang niet gezegd!”