CuBra
Inhoud 15 kunstenaars
Home
Beeldende kunst INHOUD
 

Wim Lavrijsen

In oorsprong verbonden

15 kunstenaars uit Reusel-De Mierden

GER STALLENBERG

Maastricht, 1959

Woont in Lage Mierde sinds 1997

 

 

Opleiding

1974 - 1979 Tilburg, Academie voor Beeldende Vorming

"Mijn realisme is schijn. Want er is meer te zien dan in de werkelijkheid."

 

Karakteristiek van het werk

Om zijn plek in de ‘beeldende wereld’ te illustreren, komt Ger Stallenberg met een herinnering uit zijn vroegste jeugd. Hij is een jaar of drie en ligt met een dubbele longontsteking in een Maastrichts ziekenhuis. De tijd wordt gedood met dat ene lichtpuntje in zijn eenzame bestaan: het maken van kleurtekeningen - met citroengeel als absolute lievelingskleur. En dan gebeurt het: juist het citroengele potlood rolt van het bed en komt buiten handbereik op de grond terecht. Ger: "Dat plotseling afgesneden zijn van de wereld die me volledig vervulde, bezorgde me een onbeschrijfelijk gevoel van eenzaamheid. Toen besefte ik hoe diep beelden en kleurervaringen met mij verbonden zijn."

Deze verbondenheid zou de met uitzonderlijk tekentalent begaafde jongeman nooit meer verlaten. Van 1974 tot 1979 bezoekt hij de Tilburgse Academie voor Beeldende Vorming en stelt zichzelf voor een opdracht die hij als volgt omschrijft: ‘de alledaagse dingen boven de waarneming uittillen om zo het mysterie van het leven te laten zien’.

 

Volgens Ger Stallenberg is het een opdracht die slechts kan slagen als er eerst een onwrikbaar fundament is aangebracht, namelijk: ‘kunnen tekenen wat je ziet’. Pas dan kan het echte artistieke proces van start gaan, een proces waarin de kunstenaar bewust de alledaagse zichtbare werkelijkheid als vertrekpunt neemt. "Ik hecht aan een breed bereik. Als mijn werk bij niemand overkomt beschouw ik het als mislukt. Een toegankelijk vertrekpunt is volgens mij de beste manier is om mensen te laten ontdekken hoe ik mijn individuele gevoel een universeel karakter probeer te geven."

Wat dat universele karakter is, is moeilijk onder woorden te brengen, zegt de kunstenaar. Maar altijd ligt het op het breukvlak van schoonheid en vergankelijkheid. Waar de bloem uitbundig bloeit, is er op datzelfde moment de verwijzing naar haar neergang. Waar puinhopen worden aangetroffen, is het ontluiken van een nieuwe, kleurrijke wereld nabij. Waar krachtige en vitale objecten op de voorgrond de kijker bijna ‘omarmen’ in het hier en nu, nemen de verre horizonten hem gelijktijdig mee naar de mysterieuze wereld van later (of wellicht: van vroeger).

Ger Stallenberg: "Het is een voortdurend ineengrijpen van de levende dingen uit de natuur én de dingen die door de mens gemaakt zijn met datgene wat levenloos is teruggekeerd in de aarde. Het is een cirkelbeweging die alsmaar doorgaat en die geen onderscheid kent in goed en kwaad." Misschien, zo zegt de kunstschilder, lijken de landschappen die hij schildert daardoor een rechtstreekse verwijzing naar het paradijs. "Toch klopt dat niet. Hooguit zijn ze een weerspiegeling ervan. Het paradijs is namelijk niet te bevatten - evenmin als het mysterie van het leven. Als kunstenaar kun je daarom ook nooit verder komen dan het steeds opnieuw zoeken naar het onbegrijpelijke en de verstilling die daarmee samenhangt. Wat dat betreft herken ik me in kloosterlingen. Die leveren een soortgelijk gevecht met het leven om te komen tot hun overgave aan God."

Is daarmee het vervaardigen van kunst voor Ger Stallenberg een ontoereikende bezigheid? "Zeker niet. Soms komt een schilderij bijna organisch tot stand, alsof er geen maker aan te pas komt. Dat is het mooiste wat er is. Bovendien doet het me goed als ik zie dat een verkocht schilderij voor de bezitter een deel van zijn leven wordt. Die dingen maken me sterk en dat heb ik soms ook nodig, want sinds ik ervoor koos om, tegen de stroom in, realistisch te werken heb ik vaak getwijfeld. Nu weet ik dat je met twijfel verder komt dan met zelfoverschatting. Bovendien: dat realisme is slechts schijn, want in mijn werk is meer te zien dan alleen de werkelijkheid."

 

Relatie met Reusel-De Mierden

"Tien jaar geleden was ik met mijn gezin op zoek naar rust en natuur. Bij toeval vonden we dat in Lage Mierde. Onze woonplek voelde meteen vertrouwd aan. Later ervaar je dat zo’n plattelandscultuur ook z’n beperkingen kent. Vanwege zijn armoede heeft de Kempische mens zich eeuwenlang alleen bekommerd om het dagelijks brood op de plank. Cultuuruitingen zijn daardoor weinig verder kunnen komen dan trekkertrek en vendelzwaaien. Dat bedoel ik helemaal niet vervelend en ik zal me er ook nooit tegen afzetten. Maar het verschil met een woonomgeving waar mensen bijvoorbeeld van generatie op generatie kunst hebben geërfd, is natuurlijk wel aanwijsbaar. Des te blijer ben ik daarom dat ook andere vormen van cultuur heel zoetjesaan wortel beginnen te schieten in Reusel-De Mierden. Het gaat nog moeizaam, maar het komt."