Wij
waren uit ons huis gegroeid en kwamen terecht op de Hopweg, in
Tilburg, in wat een doorzonwoning genoemd werd, had vader ergens
vernomen, op de voetbalclub waarschijnlijk. Waar anders.
Prima
allemaal, voor die zon, dat hij overal door naar binnen kon, wij
konden dat niet.
Alleen
pa en ma hadden een sleutel van de voordeur, en we mochten niet
eens voor aanbellen. Altijd achterom dus, met fiets en al, en
wilden we naar boven, naar onze kamer, dan kon dat niet anders dan
door de keuken, waar moeder woonde.
Zij
was de wachter, als Petrus aan de hemelsluis, en ze waakte over
wat er naar binnen gedragen werd.
Zo
kwam mijn broer een keer aanstappen, met een draagtas die niets
anders verbergen kon dan een nieuwe plaat.
Mogelijk
oprecht belangstellend vroeg moeder, met een schilmes in haar
hand, of hij iets nieuws gekocht had. Dat had hij zeker, en ze
vroeg of ze hem mocht zien. Ze keek, op haar manier geďnteresseerd,
vroeg toen of hij goed was, en hoe lief waarschijnlijk ook
bedoeld, hier kwam nattigheid van. Het weer verder schillen
verhulde gepieker. En het ging feller. Bits. Het ging over hoe
vader nu weer in de door haar gewenste banen geleid kon worden.
Het
moet Augustus 1969 geweest zijn. Mijn broer had de nieuwe plaat
gekocht van Blind Faith, de supergroep die gevormd werd door Eric
Clapton, Ginger Baker, Steve Winwood en Ric Grech. De hoes liet
een fotografische afbeelding zien van een naakt meisje in een
graslandschap, met een vliegtuig in haar handen. Een ontluikend
meisje, juveniel. Snel zouden er verhalen over haar de ronde doen.
... Dat zij een dochter was van Ginger Baker, dat zij de groupie
was van maar liefst de hele groep...
Pa
kwam ’s avonds eens even een kijkje nemen, op onze kamer.
Hij
keek, en vond het wel een moeilijke plaat. Voor de kleintjes dan,
vooral, wij konden dat al wel aan, dacht hij. Maar toch... Wij mee
naar beneden, naar de keuken.
...
Moest de kamer niet op slot, piekerde pa dapper hardop, en zo wijs
als hij kon. Dat vond moeder pas echt flauwekul, kon zij steeds
achter die sleutel aan als ze moest schoonmaken... Kon ze straks
met een hele bos sleutels naar boven toe. Mooi niet..! En daarmee
was het pleit beslecht. Moeder liet het zijn gang gaan, en pa kon
gaan zitten monkelen, voor de televisie.
Niet
veel later kregen de broertjes lucht van iets als een moeilijke
plaat, en ze waren er als de kippen bij.
De
volgende avond al piepte de deur open, en verschenen ze in hun
pyjama’s. Of ze die plaat mochten zien.
Was
dat verstandig, vroegen wij ons ter plekke af. Is dat wel goed
voor kleine apen..?
Ik
had geen idee, mij maakte het niet uit, maar mijn broer was wat
terughoudender. Hij zag een bui hangen, van de kant van vader uit.
Doe
maar niet, besloot hij verstandig, in het belang van zijn plaat.
Ga maar lekker slapen, en hij deed de deur dicht. ...Vader is toch
al zo’n idioot. Met zijn koude aardappelen met karnemelk. Die
moet je niet voeren... Als hij maar niet zou denken dat hij ons
gek kon krijgen.
Een
paar dagen later kreeg mijn broer in het voorbijgaan van de
broertjes te horen dat hij een plaat met tietjes had... haha,
tietjes, tietjes... en weg waren ze....
Een
half jaar later bleek de hoes van de plaat verdwenen te zijn. De
plaat stond er nog, maar in zijn witte ondergoed. We hadden hem al
een tijd niet meer gedraaid, er waren nieuwe verschenen...
dus we wisten niet hoelang de hoes al verdwenen was...
Wij
zoeken. Maar nee, onvindbaar.
...
Zou pa..?
Als
dat waar was gingen al zijn voetbalboeken de sloot in.
Nee,
die wist van niks... beter op je spullen letten...
Bij
onze grote uittocht uit Tilburg, de verhuis naar Sprundel, wij met
zijn allen, 10 man sterk, en de 400 vogels van mij vader voorop,
kwam de hoes pas weer tevoorschijn. Hij was achter een kast
terechtgekomen bij de broertjes op de kamer. Hoe dat nou kon? Er
zat een touwtje aan vastgeplakt, zodat hij van achter de kast uit
naar boven gehesen kon worden, als het donker was. Touwtje was
echter naar beneden verdwenen, en de tietjes waren noodgedwongen
prijsgegeven aan de vergetelheid.
|