|
kunstmanifestatie
Icarus
-
Superbia
en het deugdzame midden
Het
Icarus-motief kan binnen twee domeinen van het vak filosofie (op het
Gymnasium) aan de orde worden gesteld:
- Bij
wijsgerige antropologie
- Bij
ethiek.
Wijsgerige
antropologie
De
wijsgerige antropologie probeert antwoorden te formuleren op de vraag: Wie
is de mens? In dit verband kan de vraag gesteld worden: Staat Icarus model
voor de menselijke natuur?
Icarus is eigenwijs en onafhankelijk.
Hij maakt een vrije, autonome keuze. Hij wil niet zonder meer in de
voetsporen van zijn vader treden. Hij slaat zelfs deskundig advies in de
wind en vertrouwt op zijn eigen oordeelsvermogen. De cultuurpessimist zal
menen dat Icarus ons een spiegel voorhoudt. Immers, met Icarus loopt het
niet goed af, zoals het ook met de individualistische cultuur niet goed
zal aflopen. De val van Icarus is vergelijkbaar met het verval van de
moderne mens.
Anderzijds, zo zal de cultuuroptimist beweren, kan het de mens ook goed
gaan als hij maar de wijze les van het verhaal van Icarus ter harte neemt.
De moderne mens kan slechts de weg uit het labyrint, de vrijheid, vinden
als hij gehoorzaamt aan de natuurwetten en vertrouwt op de traditie,
gesymboliseerd door het deskundig advies van de vader.
Ethiek
De
wijsgerige ethiek probeert antwoorden te geven op de vraag: Wat is het
goede?, maar vooral op de vraag: Hoe kunnen wij het goede doen?
Het Icarus-thema sluit naadloos aan bij de deugdethiek. En dan met name
bij één ondeugd, de hoogmoed. De hoogmoed (latijn: superbia) is een van
de zeven hoofdzonden. In middeleeuwse voorstellingen wordt de hoogmoed
veelal afgebeeld als een ruiter die uit het zadel wordt geworpen. Maar dat
had evengoed de val van Icarus kunnen zijn. In de renaissance heeft de
vrouwelijke personificatie van de hoogmoed als attribuut een leeuw of een
adelaar, de heerser over de aarde, respectievelijk de lucht.
In de (christelijke) strijd tussen deugden en ondeugden wordt de hoogmoed
overwonnen door nederigheid. Maar in de ethiek van Aristoteles, de
geestelijke vader van iedere deugdethiek, is de deugd het midden tussen
twee extremen. Wat is nu het deugdzame midden tussen extreme overmoed en
extreme nederigheid?
Drs
Harrie Vervest, docent filosofie
|