CuBra
Inhoud Verhoof
Home
Speciale bijdragen

Klik hier om een e-mail te verzenden 

Nico Verhoof

Kleine grafische kunstwerkjes uit Midden-Brabant


Het werk van Harry Corvers (27)

 

In 1979 maakte H Corvers de illustraties voor het boek "De Vergulde Trom ", dat door Jeroen van Wilgen (synoniem van Piet Overschie, 1919 – 1996) uitgegeven werd.

Het boek bevat "liederen en verzen in het sotte, het amoureuse en het vroede ".

Veel verzen zijn geinpireerd door de schilderachtige namen van de oude steegjes en huizen in de binnenstad van Den Bosch. De tekeningen van H Corvers sluiten naadloos aan bij de gefantaseerde annecdotes gesitueerd in bestaande plekken van Den Bosch en gedacht in de zestiende tot negentiende eeuw.

 

Hierna volgen enkele treffende tekeningen uit het boek, vergezeld van stukken tekst, die zin geven aan deze illustraties.

 

1. Het Schutblad bevat enkele typisch bosse stadsgezichten:

  1. een standbeeld van Jeroen Bosch,

  2. een doorkijkje over de Binnendieze,

  3. het standbeeld van de Gulden Moerasdraak en

  4. de St Jan basiliek.

 

2. In het straatje van Best speelt het verhaal van "Peter de Gek en Rozemarijn":

Een helblonde vrouw uit de Rozemarijn draaide lonkend om Peter en dat werkte als wijn,

.............. Totdat op een nacht in haar zoet verlicht huis zijn plek bleek bezet ..........

Hij bonkte op de luiken: "Nondeju blijf me trouw!" en keek plots in het mes van een woeste rabauw........

- hij bonkte op de luiken -

 

3. Marij uit de Zusters van Orthen Poort had tien jaar lang niets van haar bruidegom gehoord Want daags voor hun trouw moest haar Twan met zijn trom in het Grande Armee van Napoleon .......

 

Marij

Tot het eindelijk gebeurde: na meer dan tien jaar klopte laat in de avond een trommelaar

Hij stond op de stoeprand en zij in de deur, toen kreeg plots het straatje een andere kleur ......

 

 

de trommelaar

 

4. Achter De Exters.

........ in zijn kermistenue, half wit en half zwart, stond hij tussen het volk bij de pomp op de Markt.

Eens schilderde men om die zwart-witte kleur een ekster als spotprent vlak boven zijn deur.

Sinds werd hij door ieder "Den Ekster" genoemd, in taverrnen berucht, op het Marktplein beroemd.

 

den ekster

 

 

5. Achter de Mollen.

In het schemerig straatje "Achter de Mollen" daar woonden drie magere, halfblinde snollen,

Zij leverden vroeger een bed vol plezier aan gedroste monnik en fier musketier.

Gedenk, o passant, die dit uithangbord ziet: Tussen mollen en kruis ligt het eind van het lied.

 

6. De Sint Jacobstraat

Hij trok met zijn staf: Compostella was ver, z’n reistas vol schade en schande

En droomde in hooiberg en hospitaal van een schelp aan het ruisende strand

 

de pelgrim

Compostella was ver, doch Sint Jacob nabij: Hij zag in een duistere straat een man

Met zijn wanhoop en uitgeput lijf, tot geen enkele stap meer in staat.

 

uitgeput

7. Driekoningen in Bokhoven.

Ieder jaar wordt het Driekoningenplein die nacht helder wit als bij zonneschijn .....

En achter elkaar - de dijk is daar smal - gaan drie Koningen recht naar de leegstaande stal...

 

de driekoningen

8.De lachende vis

.

In ’t Empels cafeeke "De lachende Vis" vocht Dorus van Tieske met rooie Chris,

Het ging weer om Tina daar achter de tap met haar gitzwarte ogen en vuurrooie jak.

God zag op haar borsten zijn bloedeigen kruis en wist: ondanks alles blijft ze toch kuis.

Want als-‘t-er op aan kwam riep zij met een lach: Ge weet, de pastoor zegt dat het niet mag!

Wie zal haar vangen; in wie krijgt ze zin. Wie mag met haar eindelijk de bedstee in?

Ze meesmuilden proostend met Dorus en Chris: ze kan niet eens bijten, die lachende vis!