Redactie: Rob Siers

Scatologica
Z
waluw en koe

Uit de collectie van Nel Timmermans


SCHEPPING

 

 

Een oude heer een brompot van omstreeks 60 jaren

Die bij een wandeling in het veld

Geheel zijn zinnen had gesteld

Bij hetgeen hij kwam te ontwaren

Zei bij zichzelf ik vind toch dat

De Schepper ongelijk heeft gehad

In het scheppen van de dieren

Bij voorbeeld nu die zwaluw daar

Dat kleine beest is het niet waar

Het leeft van vlieg en mieren

Het bouwt zijn nestje aan een huis

Uit slijk vervaardigt het zijn kluis

Van onder aan de daken

Heeft voor zich heel de groote lucht

Om er zich in ruime vlucht

Goed in te vermaken

Vergelijk daarbij nu eens een koe

Die van den ochtend tot den avond toe

In een kleine weide rond moet loopen

Waarom nu aan dat groote beest

Dat zeker blij zou zijn geweest

Geen vleugelen gegeven

En aan de zwaluw dat kleine dier

Twee pootjes meer dan had het er vier

Om ook gelukkig in de wei te kunnen leven

Zoo dacht de oude heer maar voort

Totdat hij eindelijk ongestoord

In diepe slaap gevallen was

En droomde nu alras

Van vogeltjes die eitjes in de boomen uitbroeien

En grazen in de wei en vliegende koeien

Zoo sliep hij eindelijk als een reus

Doch eensklaps viel iets op zijn neus

Hetgeen hem deed ontwaken

Vervloekt dacht hij dat is geen odeur

Dat is vast een zwaluw die die geur

Zoo vliegend kwijt kwam raken

En toen hij daar zoo neder zat

Dacht hij het is toch gelukkig dat

Die groote koe geen vleugels had

Die had me kunnen raken

Want had die koe dat werk verricht

Hij had allicht van mijn gezicht

Een landkaart kunnen maken.