Redactie: Rob Siers

Scatologica - Soeur Liflaf

Poep

 

Via via ontving ik uit welingelichte kringen de verzekering dat er in Goirle een Broeder Liplap gevestigd is, en de vraag of dat familie is.

Nee, luidt mijn antwoord. Zulk een broeder ken ik niet. En nu het zo gevraagd wordt: de enige broeder die ik ken, is Broeder Bril.

Dat vereist enige toelichting. In ons klooster wordt Frans gesproken, maar vijf zusters zijn van oorsprong Vlaamstalig (en daar reken ik mezelf voor het gemak ook maar onder, hoewel ik Rielse ben). Onder mekaar spreken wij wel Vlaams. Als we naar de wc moeten, dan brengen we -zeggen we dan- een bezoek aan Broeder Bril. Soeur Marie Christine gebruikt altijd de uitdrukking: naar de bachten gaan. Maar wij houden vast aan Broeder Bril.

 

Het toilet, het secreet, het huisje, en de ontlasting. Ik herinner me een passage uit Meneer Visser’s hellevaart, waarin Vestdijk het heeft over de geheimzinnige, cloacale duisternis van de kelder die, als je hebt plaats genomen op de vertrouwde cirkelvorm, als het ware een natuurlijke voortzetting wordt van je binnenste.

Bah, van binnen zijn we niet om aan te zien! Had de Schepper ons de spijsvertering niet kunnen besparen? De stoelgang is toch in wezen een afgang? Nederigheid is een groot goed, maar Hij hoeft ons toch niet dagelijks met de neus op de onwelriekende feiten te drukken?

Echte heiligen hoefden niet te eten of te drinken, en bijgevolg hoefden ze ook nooit naar achteren.

En toch werden ze niet hoogmoedig.

 

In Riel was er, in mijn jeugd, nog geen riool. Geen waterleiding ook. Zo’n huisje op het erf, een beerput, een plank boven een vergaarbak. De gang naar die houten troon had wel iets vrolijks, behalve als je moest als het buiten donker was, en koud.

Maar de vooruitgang is niet te stoppen. Iedereen in Riel heeft nu een eigen wc. En ieder spoelt de ontlasting weg met een zucht van verlichting. En keert zijn kont en gaat zijns weegs, zonder enige gedachte nog aan wat hij achterliet. Daar zijn veilige, Latijnse woorden voor (excrement, sedes, feces, faecaliën), maar ook veel meer nabije, dus viezere (kak, drol, stront, pis). Soeur Liflaf, u wast u handen toch wel héél zorgvuldig, voordat u de maaltijd gaat bereiden?

 

Ik kan het niet helpen, maar de excretie achtervolgt mij vandaag. Hoe discreet ik gewoonlijk ook ben. Wat te denken dan van de dichter Beurskens die er in ‘De toiletpot’ (uit de bundel Huisraad) ook niet omheen draait?

 

Maar wat graag zit ik elke ochtend

Weer met mijn witporseleinen pot

Vergroeid tot sphinx rond het kanaal

 

Waardoor ik vanaf mijn mond rectaal

Met de riolering in verbinding sta,

 

Als was ik hoeder van het dodenrijk

In welks kelder ik, zolang ik erin

 

Schijten kan en zeik, nog niet ondersteboven

Dwaal, met een kaal hoofdje door het slijk.

 

Foei, dat zou ikzelf nooit zo durven schrijven. En dat kaal hoofdje door het slijk van het dodenrijk brengt me op onze kappen. Want iedere dag, de godganse dag, zo’n kap op het hoofd, dat is geen weldaad voor het haar. De meeste zusters zijn zo kaal als een biljartbal.

 

Stop, stop, ik moet mezelf een halt toeroepen. Wat heb ik toch vandaag? Terug naar dat gedicht. Dat woordje (en vooral de spelling!) sphinx verwijst overduidelijk naar de bekende fabriek waar miljoenen toiletpotten werden gebakken. Honderd jaar gelden begonnen ze daarmee. De eerste jaren was dat nog handwerk. Er werd een kleikoek geklopt en in gipsen mallen geboetseerd, en dan twee keer de oven in. Dat was nog echt vakwerk. Maximaal drie potten op een dag kon zo’n vakman produceren. Maar in 1903 gingen ze de potten gieten. Twee man scheidden toen 42 potten per dag af.

 

In de afgelopen eeuw is de pot niet wezenlijk veranderd. Maar tegenwoordig weten ze van gekkigheid niet meer wat ze doen. Ik las dat er nu een Lady P. op de markt gebracht is. De emancipatie van de vrouw is nu voltooid! Ook zij kan nu staande plassen!!

Nou, wij hier in het klooster blijven gewoon zitten.

 

Wenden wij ons van de diurese naar het diurnaal. Van de pot naar het vat. Geestelijk vat, eerwaardig vat, schoon vat van godsvrucht, verborgene roos, toren van David, ivoren toren, gulden huis, ark des verbonds, deur des hemels, morgenster.

Zeg jongelui, jullie gaan toch nog wel naar het Lof? Of is er dat ook al niet meer bij? En de Vesperpsalmen? Nee? God betere het!

H.H. Martelaren en Belijders, hebt medelijden met die ongelukkige afgedwaalden. Door uwe prediking, door uw gebed, ja door uwen dood hebt gij onze voorouders bekeerd. Bidt nu ook voor Riel, bidt vurig bij den troon van God, opdat het licht van datzelfde geloof weder strale voor de oogen van deze afgedwaalde en verblinde jeugdigen.

Goede Herder der zielen, Jesus, aanhoor de smekingen der zegepralende en strijdende Kerk. Breng de afgedwaalde schapen van de Regte Heide terug in de schaapsstallen van Riel. Dat er in Riel slechts één Herder, één schaapskooi zij.

 

Toch nog een kort recept?

Spaanse pap. Zet te vuur 3 ons rijst, tot meel gemalen, met 2 kan zoetemelk, meng er 12 eidooiers, suiker en rozenwater door, roer bestendig om en laat alles koken tot het goed lijvig en gebonden is geworden.

 

Blinkende ster aan het firmament van de Serafijnse orde, trompet van de Allerhoogste, gesel der ketters, schrik der ongelovigen, roede der dwingelanden, ijveraar der zielen, grote wonderdoener, vertrooster der verdrukten, kenner der harten, voorzegger der toekomende dingen, verwekker der doden, schrik der duivelen, navolger der aartsvaders, roem der heiligen, vertreder der wereld, verheffer van Gods eer, ootmoedige verberger der wijsheid, vlam van liefde, roos van verduldigheid, pilaar der Heilige kerk, spiegel van boetvaardigheid, sneeuwwitte lelie van zuiverheid, kostbare parel van armoede, klaarblinkend licht van gehoorzaamheid, o, Antonius, neem uw varken mede, ga zegenende rond in Riel, en laat ze een poepie ruiken, als ze niet in het gareel willen.

 

En als u me thans even verontschuldigen wilt, ik moet nodig wiesteren, pierelen, strisselen, of ronduit gezegd: zeken. Een broeder Liplap zou wellicht zeggen: de pataters afgieten.

 

Allez, gegroet allemaal. En Gods zegen!