INHOUD BESTE GEDICHTEN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
POEZIE
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print deze Pagina

W. van Heugten


Zomer en herfst

 

Nog staan de korenstijlen over ’t veld gerijd

en reeds trekt ’t ploegmes diep zijn rechte sneden.

Is nu de warme zomer al verleden?

Hoe valsch besluipt ons toch de snelle tijd!

 

Ik weet het wel: de dunne, witte damp,

die ’s avonds over ’t akkerland komt drijven

is ’t najaarswaas, dat ’t landschap zal verstijven.

En zie, al eerder brandt in huis de lamp.

 

Het wordt dus kaal ter weerzij van het pad

en stiller langs de kromme binnenwegen.

Straks ruischt rondom de kille herfstregen….

Reeds thans valt ginds het geel gezengde blad.

 

Al ’t goede jaagt steeds razend snel voorbij.

Ach, dat opnieuw zoo korten tijd mocht duren

het laaien van de hooge felle vuren

van dit te lang verbeide zonnetij.


Afkomstig uit: 'Hedendaagse Brabantse Dichters', onder redactie van Harrie Kapteijns  Den Bosch, (1951)