|
Op weg naar Brabant - een geïllustreerde bloemlezing uit het dichterlijk werk van Brabantse dichters, voornamelijk zaliger, samengesteld en van illustraties of commentaar voorzien door Ed Schilders | |||||||||||
|
Mr. Eduard Elias Liebelei Ik lees bij 't zachte licht der lamp Wat oude brieven, die ik heb gevonden In een vergeten hoekje van mijn kast, Een slordig lintje hield ze saamgebonden. Het is een zacht en warm verdriet, Om hoog en rustig weer te lezen De woorden van 't vergeten lied, Van milde schijn doch milder wezen. De zoete schijn van te beminnen, Gansch argeloos en zonder schroom, Om 't luikend leven te beginnen Met zulk een diepe droom. 't Zoeter wezen van te weten Dat na de droom het schril ontwaken, wreed alle droomen doet vergeten, en 't rood hart weer koud komt maken. Maar toch niet wreed vaneen te scheuren De ijle, webbe-teere banden Van mijmerzoete bloesemgeuren, Geweven door twee witte handen. God zelf schept met sereene lach Uit zonnestralen en couleuren, Wel vlinders die maar ééne dag Hun schittering ten hemel beuren. Zóó scheppen kinderen ook droomen, Van felle kleur en bonte verven, Die 's morgens uit hun harten komen, En in de avondschemer sterven. ...Ik leg bij 't zachte lampelicht, Wat oude brieven die ik heb gevonden, Weer in 't vergeten hoekje van mijn kast, 't Verschoten lintje houdt hen saamgebonden. E. Elias (1924)
|
|