Beversluis & Dohmen

       Beversluis 

 

Hotel 'De Brakke Hond'

 

Welkom

In Hotel ‘De Brakke Hond’

De verloedering kan beginnen

Want het vuil dat loopt er rond

Kom binnen kom binnen

In Hotel ‘De Brakke Hond’

De tafel heeft net één poot minder

En de stoel ligt op zijn kont.

 

Gewapende gasten

In Hotel ‘De Brakke Hond’

De kroegtijgers zijn rare kwasten

En de sfeer is ongezond

Niets is ongepast

In Hotel ‘De Brakke Hond’

Geheime camera’s in de meeste kasten

En de gasten ruiken lont

 

Schietpartij na schietpartij

Voor Hotel ‘De Brakke Hond’

Vastgoedmagnaatje leeft niet meer

De crimineel zit aan de grond

Kassa afgesloten

In Hotel ‘De brakke Hond’

De kelners casseren aangeschoten

En ze stinken uit hun mond.

 

Geen roomservice

In Hotel ‘De Brakke Hond’

De serveerster net ontslagen

En de kok is zwaargewond.

Uw verblijf is blijvend

In Hotel ‘De Brakke Hond’

Omdat niemand die binnenkwam

Ooit weer de uitgang vond.

 

U kunt dit gedicht ook beluisteren!

Hotel 'De Brakke Hond'

 



Groenewoud, Tilburg


Als ik vanuit den hoge

Jouw boomtoppen bekijk,

Dierbare omgeving, waarin

Ik woon, dichtgetimmerd,

Restanten van een oud rijk

Dat dacht zijn schaapjes op

Het droge te hebben. Je fronst.

 

Textielgeur stijgt hier uit de grond

Textuur van het uit de kluiten

Gegroeide dorp, een vorm waarmee

Men varieert, op de keper beschouwd

Een voorwerp waaraan men

Beschaaft en verbouwt.

 

Ik bekijk het als een hoge boom,

Zie in de stad een parasiet

Dierbare omgeving waarin ik woon

Jij bent het monster niet,

Maar je slokt het kleinere rijk

Zonder mededogen op, je slokt op.