Beversluis & Dohmen

       Beversluis 



Gaan stappen met getrouwde mannen


Wat loop je nou te praten
En wat zeg je weer verkeerd
Je vrouw wil je verlaten
Je hebt je hart bezeerd

 

Je wilt het liefste weg hier

Het leven is geen feest

Je kijkt ook wat afwezig

Alsof jij al bent geweest

 

Schone schijn

Scheve schaats

Een kleine tamboerijn

Het hier zijn

Is een grote hel

Maar dat is toch ook wel weer fijn.

 

Wat loop je nou te zeiken

En wat lul je er weer langs

De angst niks te bereiken

Maakt jou zelf nog het bangst

 

Je blijft je maar beklagen

Ik doe mijn ogen dicht

Boven tafel hangen vragen

Het benevelde gezicht

 

Ik neem een beetje afstand

Wat ruimte tussen ons

De restjes bier gaan in de wachtstand

En jouw klachten zeggen plons

 

Opgezwollen

Afgekloven

Woorden uit jouw mond

Ik vraag me af

Waarom zoiets

Als taal ook weer bestond.

 

En ondertussen sta je daar

Je kaken te bewegen

Hou die kiezen toch eens op elkaar

Ik kan er niet meer tegen.

 

Doe mij maar een Danoontje

En neem zelf die blonde trien

Met die fris gelifte koontjes

Die nogal pipsjes zien

 

Alleraardigst

Ingepalmd

De band zit aan de lei

Weer hovaardig

En uiterst kalm

Schuif je langzaam dichterbij

 

’t Is goed man ik ga lopen

Ik blief jouw grieven niet

Je hebt al veel te veel gezopen

En een kop als een vergiet.




Moederkoorn

 

Stel je bent de

Enige in het hele

Dorp, die niet van

Het brood gegeten

Heeft wie is er dan

De dorpsgek?