Beversluis & Dohmen

       Beversluis 

 

Rooie Stien verzint haar wraak op Tilburg

Ze loopt al vroeg

Door de straten

Van de stad van kerk

Tot kroeg ze loopt

Ze slaat ze zwoegt

Verder door weer en wind

Wandelt ze zo’n tien meter

Voor zich uit tierend

Zo’n tien meter ruimte

Tussen haar en de anderen

 

Ze loopt daar al vroeg ze

Bedenkt waar ze heen wil

Ze groet ome Flip met

Een snik in haar stem

De handtas die stram

Langs haar heupen hangt

Dan wandelt ze monter naar

De schrik van haar leven

Zelfbeeld zo tussen duim

En wijsvinger aangegeven

Een groter contrast want

De tweestrijd verandert

Haar hart dat verlangt

Naar die andere boeg

 

Maar enkel een handtas

Met een baksteen is

Daarvoor niet genoeg.

 

 

 

Zo beter niet

Ik zou dat beter maar

Eens niet zo doen

Dacht hij net voordat het

Water kookte het ei

Kookte mee de kat stond

Aan zijn been de

Muur was ongeveer

Anderhalve meter verder

Ik zal dat beter maar

Eens niet zo doen

Denkt hij net voordat

De kat langs zijn been

Fleemt het pannetje

Blijft maar net staan

Het ei knapt

De kat leeft nog