Compostmeesters

 

Je zult maar een

Compostmeester zijn

Opgeleid in de

Talpa-woestijn

Beelden van dieren

Die worden mishandeld

Kun je niet zien want

Daarom gooi je

Wormen in een ton

 

En die wormen eten

Bedorven afval om te

Overleven mam zegt

Het zijn de muizen niet

Het zijn de mensen die

Huizen in massaproductie

Bouwen het wordt tijd voor

Een oorlog een ramp of een kat

 

Je vertelt dit je vrienden

Die het toch niet geloven

En denken dit komt hij

Nooit meer te boven

Hoever is men bereidt te gaan

Om moeder aarde naar de maan

Te helpen overstelpende reacties

Vol mededogen maar men kan

Het niet eens worden

 

De compostmeesters ploeteren

Rond ieder in zijn eigen

Woestijn vol stront zij zijn

En blijven bezield over

Het redden van de wereld

Toveren zich met verve

Een beeld dat niet echt is

Maar dat je graag zou geloven

Dat je graag gelooft.

 
 



 

De stomme

  Stilte verpletterend als een

Raadgevend referendum

Raast hij door straten

Langs pleinen die al jaren

Geleden verboden

Terrein voor hem

Hadden moeten zijn

 

Sneven zal hij niet scherven

Vreest hij niet vaderlandslievend

Is hij niet bepaald dat stemt

Tot denken over kleine feitjes

Hij schrikt als een vogel hij

Struint als een wilde kater

Scharrelt zijn kostje bij elkaar.

 

Hij heeft nog slechts één wilde haar

Hij wilde ooit stoppen met het leven

Maar hij besloot in een onbesuisd gebaar

Slechts het praten eraan te geven

En dat doet hij tot op heden

Er valt niets nieuws meer door te nemen

Want hij leeft in het verleden.