Beversluis & Dohmen

       Beversluis 

M ens

Eerst is er een eeuwigheid stilte

Echt een eeuwigheid, langer dan

Je leven kunt. Geen beweging,

Slechts mogelijkheid tot.

 

Plotseling komt uit die stilte een

Prompt geluid, niet echt

Heel lang, zo’n tachtig jaar.

Het geluid vraagt om een god.

 

Dan weer de stilte. De klacht

Wordt niet gehoord, want

Waar god dood is, verliest

Het goede zijn waarde, daar

Wordt de liefde niet beleefd

Maar geconsumeerd, daar

Komt vernielzucht steeds

Dichterbij.

 

 

Muze

 

De kat kijkt naar

De letters op het scherm

Zij kijkt naar de

Beweging van mijn handen

Ze luistert naar het

Vlieden van gedachten

Zo zit zij in tegenlicht.

 

De kat buigt van mij af

Zij heeft haar gedachten

En ze volgt mijn vingers alsof

Zij dit gedicht schrijft

En de woorden komen tevoorschijn

Uit de diepte van negen levens

De kat is zelf een muze

 

De kat sluipt over het balkon

Zij ziet de vogel als een snack

Die je deelt ze springt ze

Bijt de vogel gracieus in de nek

Het lijkje neemt ze mee naar

Binnen trots is zij en trotser

Nog legt ze de vogel voor me neer

Nodigt me uit mee te eten.

 

De kat wast zich

Zij likt aan haar staart

En ook aan mijn broek

Dan vlijt ze zich neer op

Een hoek van de bank

Haar tong schraapt

En haar vacht glanst

 

Deze kat is een muze

En ik ? Ik beschrijf

Slechts wat ik zie.