Straf der boomschenders

                                                                                

Op de binnenplaats van kasteel Heeze hangen twee houten borden. Zij zijn ooit gevonden bij een opruiming van het kasteel. Wat het precies voorstelt en waarom ze gemaakt zijn kon de gids van het kasteel mij niet vertellen. Als iemand het weet dan hoor ik het natuurlijk graag.

Han van Meegeren
(december 2007)

Aanvulling 3 Januari 2008:

Mijn oproep op deze pagina gaf binnen de kortste keren twee reacties. 
Piet Schellekens was er als eerste bij en stuurde mij enkele oude ordonnanties op die hij via het web gevonden had.
Bart Beex stuurde mij wat materiaal uit een IVN uitgave, afdeling Heeze/Leende uit 1995 met een tekst van Piet Brock.

Dit alles leidde tot het volgende beeld:

Hout was voor de mens in vroeger tijd een onontbeerlijk materiaal. 
Het diende voor het volgende:

- Warmtebron als stookhout
- Voor het stoken van de broodoven
- Voor het bereiden van de warme maaltijd
- Voor het snijden van stelen voor gereedschap
- Voor het maken van bezems
- Voor het maken van plaggen in de bouw

Eind 18e en begin 19e eeuw hadden landgoedeigenaren last van roof van het zogenaamde 'geriefhout' op hun landerijen. Dit leidde er toe dat steeds vaker in regelgeving werd vastgelegd dat het ten strengste verboden was om op wat voor een manier dan ook hout uit de private bossen te stelen. De mensen die zich hier aan schuldig maakten werden booomschenders genoemd.

De eerste regelgeving is te vinden van de gemeente Oirschot. Deze gemeente beschrijft zeer uitvoerig wat er niet mag in de bossen en wee je gebeente als je betrapt wordt op het schenden der bomen:

 

Hein Vera schreef mij op 17 maart 2008 het volgende, waarvoor grote dank:

 Er valt veel over te vertellen over boomschenders. Al in de vroege
middeleeuwen mochten de dorpelingen hout halen uit bossen waar ze geen
eigenaar van waren, maar wat ze nodig hadden voor hun levensbehoeften.
Tot in de late middeleeuwen hadden de dorpelingen deze rechten. In
Noord-Brabant verdwenen in de 12e en 13e eeuw de grote bossen, maar er
bleef een zeker besef bestaan dat men uit het bos mocht halen wat men
nodig had: een band en een wis haalt men waar die is. De overheid trad
daar met regels tegen op. In de 18e eeuw begon de herbebossing van
Noord-Brabant en vanaf die tijd werd er ook zowel dood hout als vers
hout als strooisel (humus) geroofd. De borden moet je in dat kader zien,
dus het kader van de bescherming van de herbebossing. In het Noord
Brabants Museum heeft men ook nog een dergelijk waarschuwingsaffiche.


Hein Vera en Herman de Wit onderhouden een site ter ondersteuning van genealogisch onderzoek. Deze site heeft een onderdeel 'Regelgeving in de Nederlanden'. Hier zijn enkele regelgevingen betreffende de boomschenders weer gegeven. Onderstaand kunt u enkele teksten betreffende dit onderwerp lezen. 
De originele pagina's zijn te vinden door hier te klikken.

Ordonnantie tegen het schenden van hout (Oirschot 1772)

Waarschouwinge

Werd by deezen uyt naam van heeren officier en regenten der vry- en heerlykhe yd van Oirschot allen en een ygelyk by deeze gewaarschouwt en wel scherpelyk verbooden, dat van nu voortaan nimand direct oft indirect zig sal moogen verstouten van in bosschen, houdwassen, wallen, slooten eenige boomen, struyken oft takken mitsgaders enig schaarhout, hekkens, stekken, posten off andere vrydomme van velde te breeken, te kreuken of omver te trekken off uyt eenige meyten hoegenaamt eenig hout of takkenbossen uyt te trekken off te ontvreemde onder pretext van quaad of dood hout, op verbeurte van 3 gulden, die daarop mogte betrapt en achterhaalt worde of met eenig instrument, byl, hak of snoeimes of diergelyke bevonden wierde eenige schade gedaan te hebben, welke boete zal weezen verbeurt verklaart een derde voor den aanbrenger, een derde voor den heere officier en een derde ten behoeve van den arme en in cas den delinquant, oud of jong, niet in staat was de genoemde boeten te voldoen, zoo za1 of zullen dezelve aanstonds zonder form van proces ten koste deezer gemeente in den diefkelder te water en te brood gezet werden, vooral ook wanneer hy of zy mogten bevonden worden eenig gekreukt off afgescheurt hout off uyt meyten getrokken by offt onder het quaad oud gesprokkelt hout off stekkeren te hebben gebonden, en zullen geduurende haare detensie alle zaturdagen aan de kaak te pronk gezet worden met het instrument, dat by hun mogte gevonden worden om den hals en het houd in den arm.
Ende opdat de zoogenaamde klamotkappers deste beeter zouden werd agterhaalt en in handen van het officie geraken, zoo werd vanweegen heeren regentenby deeze gestelt ende belooft een premie van drie gulden voor de geene die dusdanige quaaddoenders of klamotkappers off stekkerapers zullen koomen aan te houden off aan het officie aanbrengen, dat van het fait werden overtuigt.
Werdende alwyders op het allerscherpste en rigoureussten verbooden het kreuken, wringen, omvertrekken of afkappen van alle eyken, berken off andere heesters, mast of denneboompjens, willige, wit of alle andere soorte van pootzel alsook het afsneyden off afrukken van takken van opgaande eyken of andere boomen op de gemeente off particuliere erven staande op eene poene van 25 gulden, te verdeelen als voor, booven en behalve de voldoening van de schaadens daardoor veroorzaakt en in cas de genoemde boete niet konde werde voldaan ofte by pandinge konde worden paratelyk geconsequeert, zoo zal het officie de zoodan de zoodanige aan stonds crimineelyk apprehendeeren en detineeren en tegens dezelve tot consigne straffen van geeseling, brandmerk, banissement als anderzins na bevind van zaaken procedeeren.
En ten eynde de daaders van zoodanige faiten en verregaande moedwilligheeden moogen nagegaan en ontdekt worden, zoo werd uyt naam van heeren regenten belooft een preemie van vier zilvere ducatons aan de geene die de zelve zal aanbrengen oft aanwyzen waar te agterhaalen en in handen van het officie dat van het fait werden overtuigt.
Ende werd al meede ten deeze speciaal verbooden alle diveryen van aard- en wintervrugten staande in de open akkeren, boerehooven en gesloote off gesepareerde hooven met heggens, heyninge off muuren, op de poene en breuke mitsgaders lyfstraffen na exigentie van zaaken, zoo als hierbooven staat vermelt en ingevolgde de placaaten van haar hoog mogende de heeren staaten generaal hierop geëmaneert ende opdat diergelyke veld- en hofdieven des te beeter en eerder in handen van de justitie zoude geraaken, zoo stellen heeren regenten by deze meede een preemie van vier ducatons voor den aanbrenger off aangever de zelve, mits dat van het fait kunnen werden overtuigt, met volkoome verzeekering en belofte, dat den naam des aanbrengers zoo in't een als ander getrouwelyk zal werden verzweegen en de preemie door heere regenten hem zelfs in stilte zal werden ter hand gestelt.
En ten eynde al het voorschrevene zoo in het geheel als ten deele effect zoude moogen sorteeren, dat dusdaanige delinquanten door de gestelde preemiën ten aangehouden en aan het officie werden overgeleevert om die in conformiteit van het voorschrevene te mulcteeren off wel te water en te brood opsluyten mitsgaders tegen de zelve na omstandigheeden crimineel te kunnen procedeeren, zoo werden alle ingezeetenen, groot en klyn, ryk en arm, wie het ook weeze mogte, verzogt ende des noods gelast, om alle zoodanige delinquanten immers niet te verschoonen maar daarvan behoorlyke kennis aan het officie te geeven, zullende hunne naamen, desbegeerende, werden gesecreteert.
Verders werden tot serieuse navorsing en ontdekkingen van zoodanige klamotkappers, stekkeraapers, hofdieven en quaaddoenders de vosters, diender en alle de schutters deezer heerlykheyd zeer ernstig gelast en geordonneert omme daarop te passen en te vigileeren en de zelve zonder eenige conniventie off oogluyken aan te houden en aan het officie over te geeven op poene van deportement, suspensie van haar ampt off inhouding van haar tractement.
Ende opdat nimand hiervan eenige ignorantie zoude pretendeeren, zoo zal deeze twee aaneenvolgende zondaagen ter puye van den raadhuyse alhier en te Best werden gepubliceert.
Aldus gedaan en gearresteert ter vergaderinge van heeren officier en regenten deezer vry- en heerlykheyd van Oirschot op huyden den 2ste november 1772.

Bron: SRE Archief Oirschot ongeinventariseerd vrl. inv. nr. 1095 22-11-1772.

 

 De volgende gemeente is Valkenswaard. Hier zijn wat minder woorden nodig om de mensch te waarschuwen:

Ordonnantie tegen het schenden van bomen e.d. (Valkenswaard 1767)

Wyders wordt door voorn. heere drossaart aan de vergaderingh gecommuniceert dat syn ed. dagelycx clagten voorcoomen over het schenden van het hout soo omtrent het afkappen der boomen, schaarhout snoye van't selve en soo genaampt sprokkelen
off men hier tegens niet eenige voorsieninge souden connen doen.

Waar op by vergaderingh is geresolveert aanstaande sondagh by publicatie alle ende eenen ygelyk te interdiceeren en te verbieden eenige boomen te schandeleseeren veel min af te kappen ofte op eenige erve tsy houtbusselen, wallen ofte aan schaarhout eenige beesems te snoyen, wissen steekroyen te snyden, daar in te sprokkelen, doot hout sy heesters off andere uyt te doen ofte op eenigerly wysen hout daar uyt te kappen off raapen sonder kennis en permissie van den eygenaars, sullende die geene welke bevonden worden contrarie teegens s'lants wetten te doen die het hout in voege voorsz. schenden regoureuselyk volgens s'lants ordonnantie werden gestraft en mits dien tegens deselve tot lyfstraffe worden geprocedeert.

Bron: SRE AA Waalre voor 1811 8 f 26v 19-2-1767

 

De laatste gemeente waar ik iets van heb kunnen vinden is de gemeente Woensel. Ook hier regelgeving in strijd tegen de boomschenders.

Ordonnantie tegen houtschenders (Woensel 1800)

Het departementaal bestuur van de Dommel gepenetreerd hebbende de hooge nodzakelykheid dat de verregaande houtdieverye ten strengste werden tegengegaan en daarom ook by publicatie van den 12 deser maand aan alle die gelast syn met d'executie der wetten tegen de houtschenders en dieven geëmaneert ten sterkste aanbevoole de nodige vigilantie en uytvoering der wetten tegen de overtreders en daar het steelen en schenden van hout in deese gemeente van Woensel op eene schandaleuse wysen ten top gereesen is, dusdanig dat de goede ingezeetenen huyverig syn van nieuwe potinge of plantingen aan te leggen en dus tot nadeel van hen en alle ingezeetenen gepriveerd blyven van dat product, dat mede een bron van bestaan uytmaakt,
zoo is 't, dat den drossaard en municipaliteit van Woensel als daar toe gechargeerd een igelyk ten serieusten aanmaand en waarschuuwen sig te wagten van het schenden en steelen van hout en om de overtreders des te beeter te kunnen agterhaalen werd wel expresselyk verbooden bylen of messen in de velden of bosschen aan anderen toebehoorende by sig te hebben als meede werd voor altoos verbooden het hout raapen, stekkeren of soogenaamd sprokkeren of camelotten, als meede het snyden van ryste tot het maken van beessems, soo wel van droog als groen hout, niets uytgezondert, sullende die geene die sich aan een of ander mogte plichtig maken aanstonds in gysseling worden gebragt en sonder oogluyking, hetzy arbiterair gecorrigeerd of swaarder naar exigentie van zaaken naar de wetten sullen worden gestraft, zullende de ouders voor henne kinderen soo die nogh te jong mogte weesen aanspreekelyk syn.
En op dat niemand onweetendheidt aanwenden, sal deese worden gepubliceerd en aangeplackt daar men gewoon is affictie te doen.
Actum in vergadering den 31 maart 1800 het 6e jaar der Bataafsche vryheid.

Bron: SRE AA Woensel 7 ls 31-10-1800

 

In de 20ste eeuw zijn de bossen rond kasteel Heeze ook nog lang voor het publiek niet zo maar toegankelijk geweest. Men kon er in maar moest voor een gering bedrag een kaartje kopen om te kunnen verpozen. Dit werd veel gedaan door moeders met kinderen. pootje baden in de Sterkselse Aa was een geliefde bezigheid.


Hierboven ziet u een afbeelding van een van de oude borden die nietbetalers buiten moesten houden.

Alles op een rijtje gezet lijken de twee borden van kasteel Heeze  replica's van borden uit de 18e eeuw. Wie het weet mag het zeggen.