Twee meidoorns bij de gevangenentoren

De meidoorn kennen wij voornamelijk als haagstruik. De natuurlijke sterkte en goede snoeibaarheid in combinatie met de doornen maakte de meidoorn tot de ideale veekering. In ons land is de soort door verkaveling en als mogelijke veroorzaker van perevuur veel zeldzamer geworden. Solitair kan de meidoorn indien opgesnoeid uitgroeien tot een volwaardige niet al te hoge boom. In vroeger tijden hoopte men dat op 1 mei de meidoorn bloeide. Dat fleurde het lentefeest op dat op die dag  begon. Door de Gregoriaanse correctie van onze kalender in 1582, is onze telling 11 dagen vooruit geschoven. Dit omdat de Juliaanse telling door Caesar ingevoerd niet juist de schrikkeljaren berekende. Nu bloeit de meidoorn dus zelden op 1 mei, maar meestal iets later.

Twee solitaire meidoornbomen zijn te vinden in het fraaie plaatsje Megen aan de rand van noordelijk Brabant. Pal naast de gevangenentoren staan ze stoer te wezen. Want stoere bomen zijn het wel. Ze zijn geplant in het eerste decennium van de 20ste eeuw. Het zijn meidoorns van een speciale soort, de zogenaamde Crataegus x lavallei. Dit is een kruising tussen de Noord-Amerikaanse Crataegus crus-galli en de Mexicaanse Crataegus pubescens. De bladeren blijven tot in het voorjaar hangen. 

(bronnen: Het bomenboek - Hugh Johnson/ Bomen en mensen - Peter Fraanje e.a.)