Moordbomen
(1):
de beuken van Annie Remken
In de week
dat in ons land een leraar doodgeschoten is door een van zijn leerlingen
leek het mij gepast een moordzaak uit het verleden hier te bespreken. Een
moordzaak die onderdeel is geweest van een aantal moordzaken en andere
delicten gepleegd door een man met een heel zieke geest. Ik spreek hier
over Theodorus van Berkel geboren op 6-2-1906 in Uden. Theodorus werd
grootgebracht in een asociaal gezin. Zijn ouders kwamen meermalen in
aanraking met justitie voor onder andere smokkel en geweldpleging.
In maart 1920 emigreert, tot opluchting van de Udense gemeenschap, het
gezin naar St. Louis in Missouri. In St. Louis woont Theodorus 7 jaar, dit
is het spoor dat hij daar achterliet:
- 9-1-1924 veroordeling wegens beroving
- 6-7-1925 verdacht van verkrachting
- 17-12-1926 opgepakt wegens beroving,
echter veroordeeld wegens landloperij
In het begin van 1927 vestigt Theodorus zich voor anderhalf jaar in
Chicago en trouwt aldaar. In het voorjaar van 1928 wordt hij vader.
Op 6-12-1927 pleegt hij drie inbraken samen met zijn broer Louis en een
zekere Peter Graff. Zij stelen onder andere een auto en een geweer.
Op 8-12 wordt zijn broer, na een schietpartij en wilde achtervolging per
auto, gearresteerd. Peter en Theodorus ontsnappen maar worden korte tijd
later toch in de kraag gegrepen. Op 23-6-1928 staat Theodorus weer eens
voor de rechter. Hij krijgt 1 jaar gevangenisstraf zonder aftrek van
voorarrest. De psychiater spreekt van een karaktergestoord type. Op
29-6-1929 komt hij weer voorwaardelijk vrij. Het gaat zowaar een tijdje
goed met Theodorus. Op 22-3-1930 verhuist hij met zijn gezin naar Cudahy
aan het Lake Michigan. Op 3-7-1930 verkracht hij de toen 19-jarige
Florence Stein en laat haar vastgebonden aan een boom achter in het bos.
Gelukkig bedenkt hij zich, hij komt terug en laat haar los. Florence weet
het kenteken van de auto van Theodorus te onthouden en op 13-7- kan hij
weer eens opgepakt worden. Op 19-8-1930 zou Theodorus voor de rechter
moeten verschijnen echter op 5-8 weet hij reeds te ontsnappen door de
tralies door te zagen van zijn cel. Na even aan de vrijheid geroken te
hebben wordt hij wederom gearresteerd en u raadt het al: op 18-8 ontsnapt
hij weer door de tralies door te zagen. Bij zijn volgende arrestatie op
19-8 ontdekt de politie pas de kunstig verborgen ijzerzaagjes die verstopt
zitten tussen de dubbele zolen van een schoen. Alsnog
staat Theodorus, een dag te laat, op 20-8-1930 voor de rechter die hem
veroordeelt tot 15 jaar zware dwangarbeid in een gevangenis in Wisconsin.
Theodorus ontkent alles, zijn vrouw laat zich echter van hem scheiden.
In juni 1939 wordt hij uitgewezen naar Nederland alwaar hij na in
Rotterdam gewoond te hebben zich vestigt in Tilburg. In augustus 1940
begint hij te werken in de gasfabriek in Tilburg. De rapporten die hem
vergezellen naar Nederland spreken van het type recidivist.
De Tilburgse bevolking kan zijn borst nat maken.
Op 15-8-1941 verdwijnt het 10-jarige Tilburgse meisje Ria Pagie,
woonachtig aan de Bossche weg. Inspecteur Stevens verdenkt Theodorus van
Berkel, woonachtig in een pension aan de Enschotsestraat, van de
verdwijning. Ooggetuigen verklaren dat Theodorus de laatste tijd vaker
kleine meisjes aansprak en hun snoep en poppen in het vooruitlicht stelde
als ze met hem naar het kanaal wilde lopen. Van de officier van Justitie
in Breda krijgt inspecteur Stevens echter geen toestemming om Theodorus op
te pakken.
Op 29-8-1941 besluit Stevens dat van Berkel geschaduwd moet worden. Een
agent die in de Enschotsestraat op zijn post staat, ziet echter niet dat
Theodorus aan de achterzijde zijn kosthuis verlaat om met zijn fiets op
pad te gaan. Een buurtgenoot, bevriend met de agent, waarschuwt wel even
later de politie als hij Theodorus gezien heeft. Maar dan is het al te
laat: diezelfde avond wordt dicht bij de Franse Baan in Oisterwijk het
stoffelijk overschot gevonden van het 13-jarige Rotterdamse meisje Annie
Remken. Zij bleek verkracht en gewurgd.
Een en een is twee; een dag later laat Stevens Theodorus van Berkel
oppakken, hij ligt te slapen op zijn woonadres en ontkent alles.
Op de plaats
waar Annie Remken gevonden is hebben indertijd mensen in enkele beuken kruisen
gekerfd en het woord 'moord'. Tot op heden zijn deze goed zichtbaar.
Een triest monument ter nagedachtenis aan een gruwelijke daad die daar
heeft plaatsgevonden.
Volgende week vertel ik u meer over deze toen zeer geruchtmakende zaak.





Mocht u zelf
eens willen stilstaan bij deze bizarre plek dan kan dat. De beuken
bevinden zich waar de Franse Baan overgaat in de Melaniedreef.

Mijn uitdrukkelijk dank voor de informatie over deze
moordzaak
gaat uit naar:
Anton van Oirschot,
in wiens boek
'Merkwaardigheden in Brabant deel 2' ik voor het eerst las over deze zaak.
Wim van de Wouw,
oud terreinbeheerder van Stichting Brabants
Landschap die mij tipte over de juiste vindplaatsen van de bomen.
En voor informatie over de zaak zelf: oud-hoofdcommissaris
J.A. Blauw van Rotterdam, die deze zaak uitvoerig beschreven heeft in
zijn boek: 'Plaats delict: Nederland'. ISBN 90-261-1795-7.