De treurwilg van het Kapelsche Veer

Het is in de winter van 1944/1945 dat Hitler besluit tot een allerlaatste wanhopige poging om de geallieerde opmars tot stoppen te krijgen. Het Ardennenoffensief wordt ingezet en de laatste reserves van het Duitse leger opgeroepen. In een poging de Antwerpse haven terug te veroveren op de geallieerden start de operatie Fall Braun. Vanuit Aken proberen Duitse pantserdivisies door België op te stomen richting Antwerpen en vanuit het nog bezette holland graven eenheden van de 711e  infanteriedivisie zich in om een steunpunt te vormen. Dit steunpunt is gelegen aan de Noordzijde van de Bergsche Maas op de hoogte van Sprang Capelle. Onder leiding van de Duitse generaal Student houdt het Duitse leger niet stand tegen het offensief van de het Britse 1e legerkorps onder leiding van generaal Crocker. Eind januari 1945 is er een lange zinloze strijd geleverd om het Kapelsche Veer. Zinloos enerzijds voor de Duitsers die een onmogelijkheid mogelijk wilden maken en anderzijds een zinloze prestigekwestie van het Britse leger. Het bruggenhoofd bleek bij nader inzien van geen enkel belang te zijn geweest na het mislukken van het offensief in de Ardennen begin januari. Student bleef echter volharden in zijn besluit het bruggenhoofd te verdedigen. Hij vond het een goede oefening voor zijn jeugdige manschappen. Pas toen Student eind januari moest opstappen kwam het in geallieerde handen.
De acties gingen ten koste van de verwoesting van de meeste dorpen in de directe omgeving en bovenal ten koste van vele doden.
Bij het Kapelsche Veer stond een kantonnierwoning met diverse mooie wilgen er om heen. Door de hevige strijd zijn die bomen verloren gegaan, behalve die ene treurwilg. Hij staat er nog steeds en vormt nu de plaats waar een gedenkteken geplaatst is om de zinloze strijd rond het Kapelsche Veer te herdenken. De boom vormt een prachtig baken in de vlakke omgeving door zijn hooggelegen standplaats.


Restanten van de bomen na de strijd.

 

 

 

 

 

 

 

De boom wordt goed onderhouden, gaten worden dichtgesmeerd en in het binnenste zijn ijzeren stangen aangebracht tegen het scheuren.

 


Bron: D.L. Roitero -Fall Braun/de strijd om Kapelsche veer 1944-1945 (1991) ISBN: 90-6663-014-0

 

3-12-05: Elie van Schilt steurde aan CuBra onderstaand ooggetuigeverslag van de strijd bij de treurwilg:

Er stonden enkele bomen bij die kantonnierwoning en alleen deze boom heeft het overleefd.

De kantonnierwoning  is al gauw totaal verwoest door artillerie en de Engelsen hadden van de kelder een loopgraaf gemaakt.

Voordat de gevechten in alle hevigheid begonnen, ben ik tijdens een bevoorrading in die loopgraven geweest.

Dat beeld komt nog helder op m'n netvlies. Er lagen onder die boom twee Engelse gesneuvelden begraven.

Bij eentje staken de neuzen van de schoenen boven de grond uit. Een Duitser lag gesneuveld aan de voet van de dijk, amper 20 meter van de Engelse loopgraaf en hij had als camouflage een stuk witte vitrage om zijn helm. Er lag sneeuw. Hij liep zowat tegen de loop van een brenschutter aan.

 

De loopgraaf is kort daarna door de Engelsen prijs gegeven, ze tilden niet zo zwaar aan die vooruitgeschoven post en de Duitsers maakten daar dankbaar gebruik van en konden zo hun bruggenhoofd verstevigen. De Engelsen vertrokken en de Polen konden het verder opknappen met alle nare gevolgen nadien.

Een markant gegeven over de boom. Een deel van een dood paard heeft een tijd in de boom gehangen, wat de Duitse Commandant (een piloot die net uit het hospitaal kwam) later verklaarde.

Totaal heeft die paar vierkante meter aan meer dan vierhonderd geallieerden het leven gekost en meer dan 500 Duitse gesneuvelden.

Elie van Schilt.