De boomput van Gilze

Omstreeks 1050 kapten de inwoners van Gilze twee ongeveer 300-jarige eiken. Deze bomen zaagden zij over de lengte in twee helften. De bomen werden uitgehold. In een gegraven put werden de helften weer tegen elkaar geplaatst verbonden door houten pennen. De twee bomen werden op elkaar in het gat geplaatst en zo ontstond een houten waterput. Bij archeologische opgravingen ten noorden van de kerk van Gilze werden ze op 5 maart 1994 opgegraven en ten droge gelegd in de oude pastorietuin achter de huidige Rabobank in Gilze. De onderste boom verkeerde in een uitstekende conditie daar die steeds in voldoende water gelegen had. Van de bovenste boom restte nog slechts 75 cm. Sinds 1999 staat dit bijna duizendjarig monument opgesteld in een soort glazen vitrine op het plein voor de Rabobank.