Verhalen uit de Kivietsblek
door Wim van de Wouw

 - De pisbak van de pastoor -

 

Een ijverig en gedienstig man was de pastoor uit een klein Brabants dorpke. Hij deed alles voor zijn parochianen, vooral zoveel mogelijk Heilige Miskes voor de zieltjes in het vagevuur dat bracht tenminste nog wat op. Hij moest als pastoor toch ergens van leven. Den Doop- de Rouw- en de Trouw, brachten in deze parochie niet genoeg op om zijn status van pastoor te kunnen ophouden. Zijn parochianen wisten wel dat hij als pastoor eenvoudig leefde, maar daar kwamen bij hem ook pastoors op het kransje, die het heel wat breder hadden dan hij, maar daar hoefde hij toch niet voor onder te doen, of wel soms?

Maar toch zat hij met een probleem, het zat hem al zolang dwars dat zijn mannelijke parochianen, s’zondags na de laatste mis altijd tegen de kerk gingen staan te pissen, en niet alleen hij, maar ook die kwezels van de notaris waren er geregeld over aan het zaniken dat het een schande was. En zo had hij een plan opgevat, om een urinoir te laten bouwen op het kerkpleintje, en dat was gelukt. De gemeente had wel wat moeilijk gedaan, maar na een goed glas met de burgemeester en de wethouder, was alles zo in kannen en kruiken. Verder had hij wat ,,beuners” uit zijn parochie opgetrommeld, en die mannen hadden voor weinig centen ene mooie pisbak gebouwd. De notaris met zijn kwezels, wilde ook nog zoals zij het uitdrukten ,, een toilet voor de dames”, maar dat had hij tegen gehouden. Dat vrouwvolk moest maar zien dat ze na de mis op huis aan kwamen, daar was werk zat te doen, en daarbij had hij de centen ook niet voor het oprapen.

En nou stond dat ding daar op het kerkplein, het was al van alle kanten bekeken, maar er kon niemand in want de koster had de sleutel tot s’zondags in bewaring

Toen het zondag geworden was, had de koster er het slot afgedaan, en was de pisbak voor gebruik gereed.

In de laatste mis wees het pastoorke in felle bewoordingen erop dat het pissen tegen de kerk afgelopen moest zijn, er waren kosten genoeg gemaakt, en als er niet geluisterd werd zou de veldwachter, zo had hij beloofd, alle overtreders een verbaal aan hun broek smeren, dat ze er de rappe van zouden krijgen.

De pastoor besloot zijn sermoen af met de hoop uitsprekende, dat iedereen mee zou werken om het rond de kerk netjes en fatsoenlijk te houden

Gedreven door nieuwsgierigheid haast hij zich door de mis, die hij afsloot met een galmend ,,Ita Misa Est”. Vlug spoedde hij zich naar de sacristie, ontdeed  zich van de miskledij en stapte het kerkplein op om de resultaten van zijn activiteiten te aanschouwen. En warempel, het manvolk ze stonden in de rij, jong en oud, ze probeerden zelfs voor te dringen,  het leek den biechtstoel wel, mar dan wel ene zonder penitentie.

Toen hij dat alles zo overzag, begreep hij toch wel dat de nood na zo’n gezongen Heilige mis en een lange preek heel groot kan zijn. Dan kijkt hij nog wat in de ronde, en wat ziet hij daar?? De lange Hannes een van zijn beste parochianen, staat ondanks alles tegen de kerk te pissen. En toen werd dat goeie pastoorke heel erg kwaad en hij riep ,,Verdulleme Hannes moet dat nouw? Ik heb die kosten ook voor jou gemaakt”

Waarop Hannes antwoordde ,,tut tut pastoor hede gij mér nie zunne dikke start aanders zal ik dé vagevuurke van jou is uit pissen, en dan bende gij gekuld

 

Groeten Wim van de Wouw