Verhalen uit de Kivietsblek
door Wim van de Wouw

 - De buitenwegen in het midden van de vorige eeuw -  

Toen ik deze morgen mijn krant uit de bus ging halen, gingen mijn gedachten terug naar de tijd, dat ik al kwajongen, s’avonds uit de school komende het Nieuwsblad van Het Zuiden hier in de buurt af moest geven, omdat de man die de kranten rondbracht het te ver vond en de wegen te slecht begaanbaar waren.
Toen ik de door de gemeente goed onderhouden weg zag, gingen mijn herinneringen terug naar de tijd toen asfalt voor de buitenwegen nog een onbekend begrip was.

Ik herinner mij dat de weg naar de 500 meter verderop wonende buren, nog bestond uit een modderig karrenspoor, en onze schoolweg even erbarmelijk was, maar wel voorzien was van een zanderig fietspaadje, met paaltjes er langs om te voorkomen dat de boerenkarren over het pad zouden rijden.

Maar wij zijn er groot geworden, en al waren de wintermaanden toch dikwijls moeilijk en koud, denk ik toch dat deze toestanden ons incasseringsvermogen heeft versterkt.

Toch blijven bepaalde gebeurtenissen altijd in je hersenen aanwezig, zo de dood en de begrafenis van onze buurvrouw Mieke Keuninkx, dat gebeurde in de jaren vlak na de 2e wereldoorlog, het goede mensje was na een lang en pijnlijk ziekbed overleden, en uitvaart en begrafenis werd door de familie verzorgd, maar het vervoer van het stoffelijk overschot, was een ander probleem, de weg was zo slecht dat geen lijkkoets hun boerderij kon bereiken.


Mieke Keuninkx


Willem Keuninkx

Toen de dag van de uitvaart daar was, moest mijn oudste broer het paard in de hoogkar spannen, om hiermee door kuilen, gaten en modderpoelen het stoffelijk overschot op te halen om het een paar kilometer verder bij de verharde weg over te dragen aan de koetsier van de daar wachtende lijkkoets.
Het was een triest gezicht om de rouwende familie achter een schokkende en slingerende boerenkar te zien lopen, zulke beelden vergeet je nooit.


Familie Keuninkx

Maar de tijd ging verder, en hoewel er bij de gemeente aangedrongen werd de buitenwegen te verbeteren kwam er niet veel van terecht.
Na jaren mopperen door de bewoners, besloot de gemeente er een puinverharding op aan te brengen, maar niet verder dan de thans door mij en mijn gezin bewoonde boerderij ,,Kivietsblek”.
Dat was naar ik meen in 1956, het gedeelte naar de verderop wonende buurman Keuninkx moest nog even wachten, omdat het benodigde puin niet aanwezig was dit duurde tot 1960.


De schaapskooi


Op de boerderij ,,De Schaapskooi” van de verderop wonende buurman, had de zoon Jan  toen hij trouwde, het bedrijf van de familie overgenomen.
De moeder van zijn vrouw,  grootmoeder van de Sande, kwam bij hen inwonen, zoals dat toen in de meeste boerengezinnen de gewoonte was, zij was omstreeks 70 jaar oud.

Het najaar van het jaar 1958 was zeer nat, de sloten stonden vol water vele weilanden waren overstroomd, de weg naar de buurman was een grote modderpoel en grootmoeder van de Sanden werd ernstig ziek.


Opa en oma van der Sande

Dr. Rijken uit Oisterwijk die hun huisarts was, liet, als hij op huisbezoek moest bij de zieke vrouw, zijn auto bij ons bij de boerderij staan en ging dan als hij zijn kaplaarzen had aangetrokken te voet van ons uit naar de patiėnt.

Het was enige dagen voor kerstmis dat Dr. Rijken na een huisbezoek bij Oma van de Sanden zoals hij ze noemde, bij mij kwam met het bericht dat Oma van de Sande in het ziekenhuis moest worden opgenomen, maar er was een probleem, de ziekenauto kon  niet zo ver komen omdat de weg zo slecht was. Daarom vroeg hij aan mij, of ik met mijn tractor, als de ziekenwagen bij onze boerderij was die niet over de modderige weg naar het huis van de buurman wilde slepen, natuurlijk deed ik die toezegging.


Het gezin van de Sande

Toen, na een tijd de ziekenwagen was gearriveerd, spande ik de tractor voor de ziekenwagen en sleepte die naar de boerderij van de buren, waar de zieke werd ingeladen, waarna ik de auto met de tractor weer naar de berijdbare weg sleepte.

Ik had Grootmoeder van de Sande  gaarne weer gezond teruggezien, dat mocht echter  niet zo zijn, haar laatste rit had zij gedaan in een ziekenauto die gesleept werd door mijn tractor.

Maar mijn verhaal is nog niet ten einde, als ik mij niet vergis was het in het jaar 1960, dat er grote wateroverlast ontstond, zo erg dat de boerderij van buurman Keuninkx geļsoleerd raakte.
Zijn varkens, kippen en 80 schapen liepen en stonden in het water, dat dreigde de boerderij binnen te stromen. Zover kwam het echter niet, maar het vee werd geėvacueerd en er moest plaats gemaakt worden voor opvang van het vee.
De schapen kwamen in een leeg gemaakt gedeelte van onze schuur en de kippen in een toevallig leegstaand kippenhok. Na enkele dagen zakte het water en verkocht Jan al zijn kippen, die door alle trammelant geen eieren meer legden.
Bij de evacuatie van het vee hebben de mensen van de gemeente Oisterwijk goede hulp verleend.

De goede kant van deze ellende bestond hierin, dat de gemeente in hetzelfde jaar een puinverharding aanbracht, die in 1964 werd voorzien van een asfaltlaag. Veel is er  veranderd. De boerderijen en huizen in het buitengebied, waren zij voorheen verstoken van elektriciteit en waterleiding, nu zijn ze  allen voorzien van elektriciteit en waterleiding, de meeste van riolering en vele van aardgas. Maar de meeste boeren zijn er verdwenen en vele boerderijen zijn opgekocht door lieden met een dikke beurs, dat vindt ik jammer.
Ook instellingen als Brabants-Landschap en Natuurmonumenten, geven uit financiėle noodzaak ??? voor hoge erfpachtcanons vele van de in hun bezit gekomen boerderijen in gebruik van meer vermogende personen, en daar ben ik het niet mee eens, maar dat is mijn zaak, en mijn goed recht.
Met groeten en dat het U allen goed mag gaan. Houdoe.   Wim van de Wouw.