B i j z o n d e r  n a t u u r l i j k
door Wim van de Wouw

 - Lente (3) -

Ik was weer eens van huis gegaan, de natuur in, maar deze keer niet alleen, want na het scheuren van mijn kuitspier bij het maken van acrobatische bewegingen, toen ik afgelopen herfst foto's van het schaafstro aan het maken was, is mijn vrouw niet altijd gerust als ik er alleen op uit trek.

Alhoewel haar kleurige kleding niet direct strookt met een wandeling door een natuurgebied, was ik toch blij dat zij ondanks haar 80 jaren nog steeds houdt van alles wat groeit, bloeit en leeft in onze mooie omgeving en dat wij er nog steeds samen op uit kunnen, een gunst niet iedereen gegeven.


Cor

 Mijn eerste ontdekking was dat een voor mij onbekend beestje , naar ik vermoedt zijn winterslaapplaats, had verlaten, want in het vele zand dat in de late herfst was opgewoeld, en steeds afgesloten bleef, was nu een holletje gekomen waarvan ik vermoedt dat het beestje na wakker geworden te zijn de slaapplaats heeft verlaten. Ik spreek hier echter slechts mij gedachte uit.


Wel dier sliep hier?

 

Verwonderd waren wij beiden over het aantal en de kleuren van de gallen die een eikenboompje op zijn takken droeg, ik denk de ,,Aardappelgal” die echter in de herfst bruin is verkleurt, ik heb de gal in zo'n grote getale op één boom nooit gezien, wij vonden het schitterend.


Galappels

Het gekwaak van de kikkers in het moerassige terrein begeleidde ons, en ik meende het geluid van de boomkikker, die hier in het verleden ook voorkwam eveneens te horen.


Boomkikker

Bij het restant van de oude beek genoten wij van de prachtig bloeiende waterviolier, waar net als ik bij de Slanke sleutelbloem heb beschreven het verschijnsel ,,Heterostylie” voor komt.

 


Waterviolier

Verder kijkende en slenterend bloeit het kleine maar mooie Vergeet- mij- nietje, en de blauw-paarse Brunel,  de witte pluimpjes van het Wollegras siert plaatselijk het ,,Schraallandje” en aan de bladeren schommelt het spinnen coconnetje , het z.g. lampionnetje. 


Vergeetmeniet


Coconnetje


Brunel

Terugkerende naar de oude beek kunnen wij de schoonheid van de bloeiende Slangewortel aanschouwen, deze vrij zeldzame plant is verwant aan de Aronskelk, de rode zaden sieren over enige tijd de bloeistengels.

 


Slangewortel

Dan wordt ik attent gemaakt op een braakbal van de Blauwe Reiger, die bestaat uit haar en andere onderdelen van verschillende knaagdieren, de witte wormachtige sliert lijkt op een uit segmenten bestaande worm , waar misschien een van zijn prooidieren drager van is geweest.

 
Braakbal

Langzamerhand huiswaarts kerende zagen wij nog tussen wal loofhout de  Kapjesmorielje, en het kleine bloemetje van de Hulst, die over enige tijd zich zal sieren met zijn rode bessen.


Morielje

Tussen de bladeren van het Groot Hoefblad heeft zich toch nog een dagkoekoeksbloem kunnen verheffen naar het licht van moeder zon, net als de voorjaarszonnebloem in de aangrenzende houtwal.

 
Dagkoekoeksbloem


Voorjaarszonnebloem

Op de bank bij ons bakhuis hebben we nog wat nagepraat over het voorrecht, hier ondanks onze leeftijd nog in tevredenheid samen te kunnen wonen, en na het woninkje van onze winterkoning te hebben bewonderd, zo kunstig gebouwd in het kabeltouw waar ik in de winter ons kachelhout mee uit het bos sleep, en dat nu weer functioneel is voor die Kleine Piet.


Nestje van een winterkoninkje


Ons bakhuisje

Toen zijn wij naar binnen gegaan, om vanuit onze luie stoel, en met een goed glas wijn naar het journaal te kijken, want op de hoogte blijven van het wereldgebeuren is ook belangrijk.

 

Tot de volgende keer en houdoe van ons alle twee W.v.d.Wouw