Verhalen uit de Kivietsblek
door Wim van de Wouw

 - Onze Rus -  

Vandaag, Zondag en daags voor Kerstmis heb ik ondanks dat ik nog enige restanten van mijn opgelopen blaasonstekingen meedroeg nog eens rondgekuierd, en kwam ik bij het Beeldven, vijf minuutjes lopen van ons huis vandaan.

Op zo'n donkere dag voor Kerstmis, als ook nog wat mistflarden in de bossen en boven het ven hangen, dwarrelen je gedachten toch dikwijls terug, en komen  herinneringen uit het verleden wel weer eens boven drijven. En alhoewel ik als kind bij dit ven diverse kinderavonturen heb beleefd, komen er twee herinneringen weer in mijn geest boven drijven, het ene wil ik wel voor Cubra beschrijven, de andere niet, hiermee zou ik mensen kunnen kwetsen en dat wil ik persé niet.

Hier komt het verhaal van de Rus, wij noemde hem ,,Onze Rus" want dagelijks zagen wij hem komen bidden bij het beeld van St. Jozef bij ons in den hof voor het huis. Hij knielde er bij neer en ontstak kaarsjes, zijn gedrag deed wat kinderlijk aan, maar wij lieten de man rustig zijn gang gaan in zijn devotie en gebed.
Plotseling zagen wij hem niet meer, hij was uit ons zicht verdwenen.


St. Jozef in de voortuin van de Kievitsblek

Op een Zondagmorgen, een paar weken na dat wij hem voor het laatst hadden gezien, hoorde ik geschreeuw aan het Beeldven. Het had de hele nacht geregend en het was koud. Ik wapende mij met een paraplu en ging te veld en daar vond ik onze Rus in de regen en modder. Hij scheen al een paar dagen aan het ven te vertoeven, geheel overspannen schreeuwde en bad hij met zijn armen in de lucht geheven tot Maria.
Zijn moeder die naar hem op zoek was, was bij hem, onder wat plastiek. In de stromende regen hadden zij aan het ven overnacht.
Toen de moeder mij zag riep zij steeds ,,dokter ! dokter!"
Na dit alles in ogenschouw genomen te hebben waarschuwde ik mijn vrouw, en toog naar het opvangcentrum asielzoekers, waar ik niet met open armen ontvangen werd, en ik de betreffende bewaking op de hoogte stelde, van de onmenselijke toestanden aan het Beeldven. Er werd geen actie ondernomen want niemand van deze heren toonde enige interesse, en toen ik hen toevoegde naar de pers te gaan riep er een uit,,Dat is een belediging van een ambtenaar in functie". Waarna ik hem toevoegde dan zal ik je nog een keer beledigen ,,Ik ga naar de pers".

Vergeten ben ik wie van Brabants-Dagblad gekomen is en ook die toestand heeft aanschouwd, maar het resultaat was dat er door een of andere instantie in Haaren iemand gevonden werd, die met hem kon spreken. En zo hebben ze de man enigszins kunnen kalmeren, en in een auto kunnen krijgen.
De achtergebleven rommel is later opgeruimd,
Wij hebben Onze Rus nog één keer gezien enkele weken later geheel kalm, en geknield voor het St.  Jozef beeld bij ons in den hof. 

Groeten Wim