Verhalen uit de Kivietsblek
door Wim van de Wouw

 - De kei -  

Ik moest hem zoeken , ‘De Kei’ die daar midden in de natuur aan ‘De Hedingen’ aan de slootkant ligt. Volgens de Oirschotse bewoners zelfs al eeuwen lang.
Ouderen die toen kind waren vertelden mij dat zij zondags met hun ouders naar ‘De Kei’ wandelden waar hun ouders dan diverse verhalen vertelden, hoe die kei daar midden in de natuur terecht is gekomen. Het is een wonderkei, want als men er met een naald in steekt begint hij te bloeden.
Ria van Kempen die bij ons was heeft het maar niet geprobeerd, ondanks mijn aandringen.

De weilanden bij de kei noemt men ‘De Keivelden’. Ouders met kinderen wandelen er niet meer naar toe en hij zal steeds dieper in de bosbodem verdwijnen en vergeten raken.

Zij vertelden dan dat bij de bouw van de Oirschotse kerk, de kar met de kei er op door de as was gezakt, de kei er af was gevallen en blijven liggen omdat hij met handkracht niet meer op een kar gehesen kon worden.

Maar voor wij er waren hadden wij al verschillende mooie dingen waargenomen, waaronder mooie zwammen op de stronk van een oude beuk, die in eerdere tijden deel uitmaakte van de wegbeplanting van de weg die vroeger werd aangeduid als ‘Beukendreef’.

Wij zetten onze tocht voort langs de druk bezochte ‘Leugenbank’ zoals ieder dorp er wel een of meer bezit. Wij passeerden de vroegere boerderijen van het buurtschap ‘De Logt’, eens een ver achteraf gelegen groepje boerderijen, alleen bereikbaar door karrensporen en slechte fietspaden, maar nu doorkruist met verharde wegen.
De boerderijen waren eigendom van de Haagse Familie Dirkzwager.
De vroegere pachters werden in de gelegenheid gesteld de door hen gepachte boerderijen van deze familie te kopen, waar zij allemaal gebruik van hebben gemaakt.

Dat was in de jaren vijftig van de vorige eeuw, toen ook de ‘Logtsevelden’  [beekdal van de Beerze] verkaveld en ontgonnen zijn en  nu vijftig jaar later is deze vernieling zo goed als het kan hersteld. Het beekdal is aan de natuur terug gegeven.
Deze gebieden passeren  we als wij rijden door de Logtsebaan richting De Mortelen. Aan onze linkerzijde de ‘Bisschopsvelden’ en aan de  rechterzijde het [herstelde?] gedeelte van het Beerzedal .
De Beerze benedenstrooms word ook wel  ‘Smalwater’ genoemd en stroomt via Balsvoort naar Boxtel  om uit te monden in de Dommel.
Na het oversteken van de ‘Nieuwe Dijk’ nabij het pannenkoekenhuis naderen wij langzaam ons doel .
Bij de ‘Soeperdonken’  komen wij in het natuur- en kleinschalig landbouwgebied ,’De Mortelen’ waar Brabants Landschap ten tijde van de verkaveling ‘Oirschot- Best’ veel bezittingen heeft verworven. Dit ter voorkoming van verkaveling van dit unieke landschap en tot behoud van flora en fauna. De aankoop en beheer van voor natuur en landschap waardevolle gebieden is hier nog steeds een prioriteit! 

Bij de volgende kruising linksaf, tot aan een slagboom, waar wij ons voertuig parkeren en langs de slagboom het bospad volgen, waar in het weitje links van ons een reegeit laveit, dat ondanks onze aanwezigheid onverstoorbaar verder graast.

Het pad door het bos voert ons naar een kleine beemd, waar de toegang versperd word door een omgevallen boom, mijn Cor benut de bosrand om op uit te rusten.

Deze beemd is door mij in het verre verleden voor Brabants-Landschap aangekocht uit de ‘Fundatie van Wilhelmus van Overdijk’. Volgens de overlevering was deze Wilhelmus erg rijk en werd daarom ‘Wilhelm Geld’ genoemd, en het weilandje ‘Wilhelms Gelds veld’ aldus de informatie die ik kreeg van wijlen Karel Vingerhoeds. Jammer dat de orchideeën die hier zoveel groeien zijn uitgebloeid.

Dan gaan Ria van Kempen en ik verder met onze zoektocht. Wij moeten over de waterloop met behulp van een aanwezige plank, dan onder het prikdraad door en na een tijdje zoeken vinden wij ,’De Kei’ half weggezakt in de bodem van het bos. Hoe komt zo’n kei daar midden in de natuur?? Ik weet het niet. Dan gaan wij weer terug over de waterloop en zit mijn vrouw Cor, zittend op de stronk van een  omgewaaide boom, te genieten van de rust en de natuur.

Dan gaan wij terug naar de auto, en bij café Vingerhoeds een Bruin Belske drinken, want bier brouwen kan ons Vlaams broedervolk als geen ander. Dan weer huiswaarts, maar eerst bij Maria in de bossen een kaarsje aan steken, omdat wij zunne skónne middag hebben gehad

W.v.d.Wouw