Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

 

De vos en de jager

De juffert is boos, niet alleen verdrietig. Zaterdag jl. werd een fragment van haar ingezonden stukje “de vos als natuurbeschermer” in de krant geplaatst onder de noemer: “tips tégen vossen”. En dan vindt de bewuste redacteur het nog gek ook, als de maandag erop de kwestie over de vos bejagen, zo zwart/wit verloopt.
Het is hoog tijd voor een gesprek tussen de vos en de jager.


De vos is wetmatig de klos.

- De Vos: Gefeliciteerd jager, je hebt het voor elkaar, je mag ons afknallen.

- De Jager: Precies en dat is maar goed ook, want jij houdt allesbehalve je fatsoen.

- Nou, daar moeten jij en ik het toch maar eens over hebben.

- Hoezo? Waar moeten we het over hebben. Jij staat al jaar en dag bekend als vraatzuchtig moordenaar.

- Dat weet ik en rara hoe komt dat zo? Over moordenaar gesproken, verwijt de pot de ketel niet dat ie zwart ziet?

Zolang jij je gang kan gaan verdwijnen jaar na jaar de laatste kwartels, eenden, patrijzen, konijnen en fazanten. Wie is hier moordzuchtig? Voor ons blijft er nagenoeg niks over. Je weet erg goed wat lekker is!

De overbevolking aan kauwen en kraaiconsorten, daar heb je geen trek in, die passen niet in de pan. Hoezo natuurbeheer.   

- Nou wij betalen er in ieder geval een hoop geld voor: dat heet jachtrechten, vos. Het is een traditie, mannen jagen nou eenmaal en het liefst op de lekkerste hapjes.

- Vossen jagen ook, het liefst op de gemakkelijkste hapjes. Eerst de zwakkere en oudjes, dan waar er het meeste van zijn. Als vos ben ik erg lui van aard in die zin. En over betalen gesproken: ik betaal als ik niet heel goed oppas met mijn leven. Krijg je mij niet te pakken dan betaal ik alsnog en wel met het leven van mijn jonkies.

 

Trouwens over jagen gesproken, ik geloof niet dat jij weet wat dat is. Je presteert het om mijn vrouwtje af te knallen terwijl ze onze jongen zoogt zodat onze kinderen sterven aan de hongersdood.

Dat noem je trots jagen…

- Nee hoor, hoe kom je daar nou bij, dat is niet waar.

- O, nee? Vraag het aan de juffert. Zij was getuige van zo’n actie daar bij hun op die vierkante postzegel natuur. Die maat van je wist nog te vertellen hoe jammer hij het vond dat ze mijn moertje op een haar na gemist hadden. Helemaal zeker van een totale misser was hij niet eens. En dat gaat heus niet één tegen één hoor: maar vier tegen één, met geweer.


Fier in het vizier?

- Nou ja, je moet wat hè. Maar jij vos, jij bijt kippen dood en laat ze dan liggen. Wie heeft daar nou wat aan?  

- Ik laat mijn prooi in ieder geval niet creperen.

- Hm, dat zal wel, maar die kippen hebben geld gekost. Zoals jij het doet is het enkel verlies.

- Zal ik je eens eerlijk vertellen jager: als ik in zo’n hok terechtkom, schrik ik me letterlijk wild. Nergens, maar dan ook nergens in de natuur kom je 26000 kipfazanten op een kluitje tegen. Als ik niets te eten kan vinden, ruik ik van ver wel een soort van fazanten, jullie kippen dus, dan wil ik nog wel eens in zo’n hok klimmen. Een strak gespannen gaas eromheen is ideaal, het biedt een goede opstap, dat leerde ik van een nerts.

- Nog zo’n killer, ze horen in een bontkraag thuis. Net als jij.

- Rustig, rustig. Ik geef toe: niet overal zitten zoveel kippen op een kloot, als bij zo’n verzamelaar.

- Voor jou is dat groot feest natuurlijk?

- Zoals ik al zei: niet heus. Eigenlijk schiet ik volledig in paniek als ik in een hok kom waar een giga sloot kippen opgesloten zitten. Ik ben een jager hè, snap je, wat ik normaal bejaag kan altijd weg. Je wilt niet geloven wat voor stressbedoeling zo’n afgesloten hok mij oplevert. Ik heb ook last van claustrofobie, en in mijn paniek lijkt het of die massa kakels met z’n allen op mij afkomen in plaats van andersom.   

- Ik geloof er niks van, dit lijkt me een verhaal voor de fabeltjeskrant.

- Echt, het is een onheilspellende plek die me de stuipen op het lijf jaagt. Ik word er gestoord van, mijn oerinstinct gaat met me op de loop zoals dat soms bij een van jullie onder bepaalde omstandigheden ook wel gebeurt, tja en dan ga je gekke dingen doen.


Detail van een uitgestorven kippenduo.

- Wat jij gekke dingen noemt.

- Ja gekke dingen jager. Steek nou je hand maar eens in eigen boezem. Jij maakt wat je tegenkomt voor de voet af. Tot op het laatste exemplaar. Zo drastisch dat jij je tamme prefab-fazanten moet uitzetten, zodat je in het ‘wild’ kunt jagen. Is dat dan normaal?

Het is toch ook van den zotte dat jullie op één dag 80% van het wild doodschieten inclusief de jongen van dat jaar en deze actie dan in jullie jargon ‘drijfjacht’ noemen? De jongen laat ik lekker gaan hoor! Misschien is vossenlogica te moeilijk voor je, maar de nieuwe lichting is wel mijn toekomst. Afblijven dus. Of die laatste die je ook per se wilt hebben, omdat dit dier onverhoopt naar een aanpalend jachtgebied zou kunnen vertrekken en je collega de buit binnenhaalt? Egoïstisch? Ik? Nodeloos doden? Jij eet je drijfjachtenbuit heus niet zelf op, jij doodt om te verkopen. Waarom begin je niet ook zo’n kip-kukelpatrijsfazantenfarm dan?  


‘wilde’ prefab fazanten hebben een wit bandje

- Jullie zijn met teveel en vormen een grote plaag. Daarom moeten jullie dood. Basta.

-Teveel? O ja. De juffert weet wel iets van jullie vertellingen. Toen mijn vrouwtje laatst beschoten werd wist een van jouw maten te melden dat ze wel zéven jongen had. Teveel hoor! Niet dus. Het waren er vier. Juffert heeft ze zelf op het veld zien spelen en jonge vosjes stoeien niet in ploegendienst: drie onder de grond en de rest mag buiten dollen.

Dus mijn vraag is hoe tellen jullie ons?

Elke keer bijvoorbeeld als één van jullie bij mijn huis komt, verkas ik onmiddellijk de heleboel. Ik ben net een tikkeltje voorzichtiger geworden dan de Das. Vervolgens telt mijn hele familie en ikzelf in het volgende onderkomen nog een keer mee. Kennis van vossenzaken is toch een eerste vereiste als je behalve jager ook nog eens de teller bent.

Cijfers overdrijven van vossenaantallen zit jagers kennelijk in het bloed. 40% aandikking van het aantal jongen, betekent dat dan 60% van het aantal ouderen? Leuke basis om op te schieten.

- Ho ho, ga nou niet doen alsof ik niet weet hoe ik tellen moet.

- Ik heb sterke twijfels. Waarom gebeurt er dan niks met de onderzoeken van biologen over dit onderwerp? Mijn vriend de Bruyn, heeft gedurende tien jaar onze soort het hele jaar door gevolgd. En hij weet als geen ander dat als mensen te dicht bijkomen, wij onmiddellijk vertrekken.

- Ach ja, verschil moet er blijven vos, wij zijn tenslotte mensen en jullie dieren. Wij zijn slimmer en delen de lakens uit.

- Slimmer? Wij vossen hebben een natuurlijke geboortebeperking: resorptie noemen de biologen dat. Wij zetten jonkies op de wereld naar rato van het beschikbaar voedsel. Jullie fokken er in het wilde weg op los.

- Dus dan is het toch prima als we het laatste konijn ook nog afschieten, dan maken jullie minder kinders.


Een beperkt aantal kippen, het gaas slap, en een hok met vrije in -en uitgang! 

- niet dus, want juist dan moeten we wel in het kippenhok gaan kijken. We laten ons helemaal zonder stoot of slag uitroeien zeg! Zorg jij er eerst maar eens voor dat je geen tamme fazantenkippenkukels meer hoeft uit te zetten. Blijf van de eenden, kwartels en patrijzen af want die hebben het zonder ons beiden zo wie zo al moeilijk genoeg en zorg dat de konijnen gezond zijn. Dat is natuurbeheer. Op onze beurt zorgen wij vossen ervoor, dat doen we immers al eeuwen, dat er een gezonde balans in diversiteit aanwezig blijft. Je hebt het overigens geruisloos voor elkaar gekregen dat ik van mijn collega’s hermelijn, eierwezel, fret, bunzing en zeker de boommarter nog zelden iets hoor.


De nertsfarm bestaat, nou de vossenfarm nog?

- Ja, ja vos, je oude streken hè. Je probeert mij te slim af te zijn met je biologen en mooie verhaaltjes. Ik blijf bij mijn enige standpunt. Afschieten die hap.

- Wist je jager, dat je iets kan leren van onderzoek? De zoon van de poelier zit tegenwoordig niet meer achter in de klas en tienen worden vooraan ook niet meer gratis weggegeven.

- Wat moet dit nou weer betekenen?

- Waar wij het over eens moeten LEREN worden, jager, is dat natuurbeheer er voor zorgdraagt dat er genoeg wild is, en dat wild wild blijft.


Een beetje vos heeft shit aan het traditionele ‘weten’. (zie ook: “Lowieke”)