Belevenissen van een Juffertje in 't Groen
door Anouk Reefman
 

 

In Verwachting

Na een dikke weeklang de zon en alleen maar windstilte, heeft dit juffertje een compleet nieuwe beleving van de herfst aan den lijve mogen ondervinden.
Geen regen en zwiepende takken, noch blaadjes die pats-boem allemaal ineens drijfnat op de grond liggen. Geen depressie, maar een impressie waar ik zo van onder de indruk raak dat woorden me tekort schieten.

Herkent u zo’n gevoel dat je ineens de eigen achtertuin als totaal anders ervaart? En wel in die mate dat de vraag opspeelt, waar je in godsnaam al die tijd hebt uitgehangen? Dat bedoel ik.

Onopgemerkt. En dan ineens ziet deze juffert een droog blaadje wiebelen in een spinnendraad voor het raam. Ik kijk wat beter en zie de rust waarmee een paar andere blaadjes dwarrelen in de windstilte.
Ze gaan luchtig en uiterst relaxed in willekeurige richtingen, als grote gekleurde sneeuwvlokken, voor ze uiteindelijk ergens (op de grond) terecht komen.


Herfstmelange.

Ik verbaas me met name over mijn plotselinge gewaarwording.
Kennelijk had ik eerder een blinde en doofstomme ervaring van de herfst. Stereotiepen blijken wel heel hardnekkig en de doorbraak ervan voelt als een bevrijding. Een nieuwe geboorte. De herfst niet langer geijkt als afscheid, met vooral zijn ‘stormy weather’ en slagregens.

Het waait op het platteland op een of andere manier harder dan in de stad? Is dit een uitwas van mijn vroegere stadsklimaat of heeft het ongewisse, maar gestage gekletter van de pas verleden zomer een onuitwisbare indruk op me gemaakt?

Het is niet anders. Opeens liggen overal holle bospaden gevuld met een dik ritselend droog looftapijt. Dit, terwijl de bomen tegelijkertijd in volle pracht, als majestueus gekleurde boerenkolen floreren.
Deze herfst is in verwachting en plotseling dubbel aanwezig.
In de bomen èn op de grond. En juffert heeft staan slapen.


Gevulde gulden beukenlaan.

‘s Nachts horen we de dassen in de stilte voorbij knisperen en overdag knapperen wandelaars door het bos. Ik zie plotseling nieuwe wildwissels zich aftekenen in het bladerdek, dwars door de bekende mensengangen heen. Ik geniet zoals gebruikelijk van het eigenwijze van wild, met name van de dasjes. Als ik ook op hùn verse paadje ga, hoor ik mezelf af en toe niet meer lopen. Soms is de afdruk van de dassenbuiken zo sterk, dat de bosbodem weer zichtbaar wordt in de droge blaadjes.


Dassenwissel

Dieper in het bos vind ik halverwege de wissel een paddenstoelenzuil, die sporen draagt van wat wellicht ‘traditioneel’ bij dassen past.
Alle hoedjes zijn eraf gegeten, enkel de steeltjes resten.
Deze Juffert meent natuurlijk even zeker te weten, dat hier een paddoparty heeft plaatsgevonden. Zo hebben de dassen ook een eigen diepere herfstervaring achter de kiezen. Wat een feest.


Paddoparty

Op de spiksplinternieuwe toiletjes is het dassendruk geweest. Ik weet niet hoe paddenstoelenpoep eruit ziet, maar het is er zwart van de drolletjes. Maïs ontbreekt, na de oogst van een week geleden, die ook pas na een lange periode van zon mogelijk werd.


© Dassenwerkgroep Brabant.

Aha! Niet alleen oren en ogen bepalen een andere herfstervaring, maar ook buiken, en mijn neus niet te vergeten.
Een eind verder in de bossen blijf ik de buitenlucht diep inhaleren.
Je ontkomt er niet aan je neus te laten spreken.
Deze herfst heeft een zware geur, een mengeling van afscheid èn belofte. Het is een diep parfum dat op me indaalt, als een vòl boeket.
Dit ruikt anders dan een lentevleug of de meer individuele geuren van zomerbloei. Dit riekt ook niet ordinair enkel naar champignons.
Dit veelvoudige aroma biedt een ongekend samenspel.
De herfst geeft me gewoon stevig een hand.

Het schenkt tussen neus en lippen door een rotsvast goed gevoel van cyclische geborgenheid. Heerlijk.


Een bladgouden omlijsting.