Het Paradijs

  Gemma Geux

 

Het paradijs ligt hier niet ver vandaan.

Wilde men mij vroeger doen geloven dat je hier op aarde voor later de hemel moest verdienen – ik neem genoegen met het heden.

Het Paradijs is een gebiedje in Brabant waar ik helemaal niet van wil verklappen, wáár het zich bevindt.

Voor je het weet, sta je daar ook iedere dag in de file.

Op zondagmiddag gebeurt het wel, dat ik er iemand tegenkom, maar op andere dagen ben ik er meestal helemaal alleen. Wat de paradijselijke waarde alleen maar verhoogt, want het ‘alleen’ zijn lukt me niet zo vaak.

Veelal zitten de dagen volgestampt met zoveel mensen en zoveel menseneigenaardigheden dat de enige eenzame plek op aarde, die binnen mijn bereik ligt - het Paradijs is.

De liefste heeft mij de plaats gewezen, en zo hoort het ook.

Alle liefstes zouden hun vrouw het Paradijs moeten kunnen duiden. Zonder enige cryptische omschrijving!

Ik heb geen voorstelling bij een Paradijs, zoals mij als kind is wijsgemaakt – maar velen vóór mij noemden dit beuken- en eikenbos, doorkliefd met een sterk meanderend riviertje en omzoomd door braam en varens - al ‘Paradijs’ alvorens ik wist, dat het deze naam ook werkelijk draagt.

Ik ben behept met good vibrations. Landschappelijk dan…?

 

Jaren geleden liep ik in een dal in Noord-Griekenland, aan de voet van basaltachtige bergen. Het zijn eigenlijk geen bergen, maar een soort gigantische olifantspoten - die kaal, grauw en grijs meer dan torenhoog de lucht in steken. In het groene dal daar, loopt ook een riviertje. In het voorjaar scharrelen landschildpadden rond de grote oude holle olijfbomen.

Ik verklaarde de liefste dat ik hier wel een vis zou willen zijn. De liefste dacht aan een zonnesteek.

Tot ik hem vertelde dat ik me voorstelde, dat een vis zó zijn aquarium ziet.

Blijkt het een leeggelopen binnenzee te zijn – waardoor mijn gevoel niet ver naast de waarheid ligt – ook al is de tijd zoveel miljoenen jaren verder.

 

 

Zo vergaat het ook het Paradijs.

Bewonderend zuchtend noemde ik intuïtief de naam, die deze parel al eeuwen draagt. Het komt dus niet origineel van mij. Ik heb slechts herkend wat vele generaties vóór mij al veel langer wisten. Er is ooit ter plaatse zelfs een theorie ontwikkeld, dat hier de bakermat van de talen ligt.

Maar die voert mij te ver. Ik wil er niet aan denken.

Ik wil alleen maar kijken.

Dit keer ben ik kort van stof: ik wens u allemaal veel, en in ieder geval wens ik u een klein Paradijs.

In Brabant, heel dichtbij, maar ook ver daarbuiten.

 

Paradijsbeuken in de sneeuw. (foto: Han van Meegeren)