Piet Schellekens  
Het zijn net mensen (1)

Het is herfst/winter. We bevinden ons in de donkere dagen voor Kerstmis, koud, nat en grijs.
Dicht bij mijn huis staan enkele hoge eiken waar een kolonie kauwtjes overnacht. Zoals altijd, hoor ik ze ‘s morgens wakker worden en met elkaar communiceren. Het boeit me al jaren hoe de kauwtjes zich gedragen, naar de omgeving en vooral naar elkaar. Mijn voorlopige conclusie is: het zijn net mensen. Het mooie daarbij is dat de kauwtjes niks veinzen, het dunne ‘beschaafde’ laagje ontbreekt. Binnen de groep gaan ze duidelijk voor zichzelf en gedragen zich zeer fanatiek als het om primaire zaken gaat zoals: voedsel, een partner, hun jongen of positie in de groep. Net als in de mensenwereld zijn er sterke hiërarchische verhoudingen die steeds opnieuw worden bepaald en bevestigd. Wil men daar bovenuit stijgen en een stapje hoger komen, dan zal dat met veel inzet en spektakel bevochten moeten worden.
‘s Morgens als ze in de bomen ontwaken, bevestigen de meest dominante mannetjes nog eens hun status quo. ‘s Avonds herhaalt zich dit ritueel. Onder luid gekrakeel twisten ze met anderen over een plek. De dominante kauwtjes overvleugelen de onderdanige exemplaren. Als ieder zijn plek kent wordt het wat rustiger en lijkt het alsof ze met elkaar in overleg treden: wat zullen we vandaag doen? Waar gaan we naar toe? Zullen we die schobbejak van een Vlaamse gaai eens met z’n allen te grazen nemen? De kauwtjes die een gebrek of kwaal hebben, die zachtaardig of vredelievend van aard zijn, zij komen op de sociale ladder op een lage plaats terecht.
In mijn tuin komen iedere dag 3 vaste bezoekers die deze onderste trede bevolken. De grote groep komt alleen hier als er flink wat te halen valt. Het bijzondere van deze drie redelijk makke kauwtjes is dat ze wat mankeren. Nr. 1 heeft al jaren geen staart en deze groeit ook niet meer aan. Nr. 2 heeft schimmelpootjes en nr. 3 heeft allemaal witte vlekjes op zijn borst (wat ik mooi vind, maar wat hem mogelijk voor de andere kauwtjes ‘anders’ maakt). Deze laatste heeft ook geen partner, voor zover ik dat kan nagaan. Nr. 1 bungelt dus ergens onderaan. Aan sommige sociale activiteiten van de groep doet hij niet mee. Hij kiest er voor om geduldig te wachten op het moment dat ik hem wat te eten geef. Dan is hij er samen met partner Schimmelpootje als eerste bij. Relatie of niet, luidkeels ruziën ze met elkaar om het voedsel, terwijl er toch meer dan genoeg is. Erg slim is dat niet, want daardoor weten enkele verkenners die op strategische plaatsen alles in de gaten houden, dat er iets te halen valt. Als zij vanuit hun hoge plek naar mijn tuin vliegen, merken de anderen dit direct op. De hele meute stort zich vervolgens fanatiek op het voedsel, waarna nr.1 zich meteen terugtrekt. In no time is alles op en zijn ze weer gevlogen. Behalve nr. 1, die zit zielig voor het raam te bedelen.