INHOUD KOOIJMAN
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL


 

De keuken van mijn moeder

 

De keuken van mijn moeder was fel blauw geschilderd.

Daar kreeg je gewoon pijn in je ogen van.

Aan de muur hingen de gebruikelijke keukenattributen

van die tijd.

Aan de ene wand 地 groene koffiemolen met twee gouden biezen.

Deze zou ooit nog 地 geheel andere bestemming krijgen,

maar daarover later.

Aan de andere wand bevond zich 地 hangkast met allemaal stenen

laden. Elke lade was voorzien van 地 opschrift zoals: Foelie,

Nootmuskaat, Zout, Maizena, Rijst, Suiker en Meel.

In het midden van de kast zat 地 klok, die zover ik me kan

heugen, altijd stilstond.

Het gasstel was donkergroen van kleur en eveneens voorzien van

dubbele gouden biezen.

Ook de voorraadbussen op de fel blauw geschilderde planken

waren van hetzelfde groen.

Van kleurencombinaties had mijn moeder totaal geen kaas gegeten,

maar alle goed bedoelde adviezen van haar beide zussen sloeg ze

compleet in de wind.

De overige attributen werden opgeborgen in de keukenkastjes

met doorzichtig glazen deurtjes.

Achter de felblauwe deurtjes lag van alles verborgen.

Om te beginnen de loodzware, zilverkleurige "vleesmachine" met

aan de onderzijde 地 grote moer, om hem aan de tafel te kunnen

bevestigen.

De vleesmachine werd gebruikt om vlees tot gehakt te vermalen.

Het vlees moest er aan de bovenzijde stevig worden ingedrukt,

gelijktijdig draaiden we aan de zwengel, en o wonder, uit de kleine

gaatjes aan de voorzijde kwamen allemaal kleine rolletjes tevoorschijn.

De rolletjes verzamelden zich tot een grote berg gehakt!

Van tijd tot tijd mochten wij hier dan gehaktballen van draaien, dit alles

onder streng toezicht van mijn moeder.

Verder was er de felrode snijbonenmachine. Met twee tegelijk werden

de grote snijbonen in de machine gestopt, om ook hier weer als kleine

stukjes uit te komen.

Dagen stonden we aan het "kreng" te draaien om de snijbonen klaar

te maken voor de "inmaak".

Inmaak, dat was iets waar wij toen van baalden.

In grote bruine inmaakpotten werd andijvie, snijbonen en wat dies meer

zij met veel zout "ingemaakt" zodat we nog maanden met groente vooruit

konden. Op het laatst kenden mijn broer en ik het menu van buiten!

Andijvie. Knolraap. Bonen. Knolraap. Bonen. Andijvie. Bonen. Andijvie.

Knolraap.

Dan was er nog het hakblok. Hoe fijner de groenten daarop werd gehakt,

en daarna idem zo gekookt, hoe heerlijker het smaakte.

Tenminste, dat was zo de opvatting in die tijd.

Ook de melkkoker was uitgevoerd in groen met de vanzelfsprekende

eeuwige twee gouden biezen.

In het begin van de oorlog kwam melkboer Bos uit de Nieuwlichtstraat

nog langs met de melkkar. Uit grote melkbussen schonk hij de melk in

創 prachtig geschuurde kan. Daarna werd de melk overgeheveld in de

melkkoker, die 地 deksel met vijf gaten had.

Waar die gaten toe dienden is mij altijd ontgaan. Waarschijnlijk om

overkoken te voorkomen?

In de keuken bevond zich de enige koude kraan in het hele huis.

Van warmwatervoorziening was in die tijd nog geen sprake.

Alles werd op de gaspitten met 地 grote grijze ketel gedaan.

De grijze ketel deed overal dienst voor. Voor de zaterdagse wasbeurt,

het water voor de afwas en niet te vergeten het water voor de koffie

met de schep Buisman erbij.

En dan was daar ook nog het waterketeltje dat altijd op de kolen-

haard stond te pruttelen.

Toen de gasvoorziening definitief uitviel, en er niet meer op gas kon

worden gekookt, werd er 地 fornuis aangeschaft.

Daar werd van alles in gestookt, in het begin voornamelijk turf,

tot dat ook niet meer verkrijgbaar was.

Daarna stookten we voornamelijk oud papier, houtsnippers en stukken

boomstronk.

E駭 keukenattribuut zou ik haast vergeten: het oude getrouwe petroleumstel,

dat altijd op z地 vaste plekje op het aanrecht stond.

Uren stonden de stooflappen te pruttelen op het petroleumstel. Er was

zelfs nog 地 klein petroleumstel aanwezig. Daar werden de restjes altijd

op verwarmd.

Via 地 klein doorzichtig glaasje aan de voorzijde van het petroleumstel

kon je zien of de vlammetjes nog brandden.

Zo niet, dan moest er aan de onderzijde opnieuw petroleum worden

bijgevuld. Op den duur was er geen petroleum meer te verkrijgen, en

stonden de beide toestellen "werkloos" in de keuken van mijn moeder.